6.4 File Manager
Met het Bestandsbeheer kunt u gemakkelijk
lokale mappen en bestanden beheren. Het biedt
ondersteuning voor functies die bekend zijn
van de Windows Verkenner.
6.5 Programma-instellingen
6.5.1 Files Backup
B
C
D
A – Kies tussen de vensters „Files Backup"
(Back-up van bestanden) (6.5.1) en
„Others" (Overige) (6.5.2).
B – Beslis wat er moet gebeuren als de back-
up voltooid is. Met "Show complete
message" (Volledig bericht tonen) ziet u
een samenvatting van de back-up; Met
"Return program" (Terug naar programma)
gaat u terug naar het programma en met
"Uitschakelen" wordt het systeem
afgesloten.
C – Kies of de back-up moet worden gemaakt
van alle bestanden of alleen van de
gewijzigde bestanden.
D – Kies een sneltoets om de back-up te starten.
E – Kies welke systeemmappen in de back-up
meegenomen moeten worden.
F – Bepaal of de map Back-up van bestanden
verborgen moet zijn en of de snelle back-
up van gegevens dubbel bevestigd moet
worden of niet.
DRIVELINK
A
E
F
6