5. Let op
5.1. Warmteverlies
Hoe langer de afstand van het zwembad, hoe groter het warmteverlies in de leidingen. Het is
daarom aan te raden de pomp zo dicht mogelijk bij het zwembad te plaatsen.
Er zijn een aantal dagen nodig om de temperatuur van het zwembadwater op het gewenste niveau te krijgen,
afhankelijk van de aanvankelijke watertemperatuur, de omgevingstemperatuur en het zwembadvolume.
Een goede zwembadafdekking en isolatie van de leidingen van en naar het zwembad en de warmtepomp
kunnen de verwarmingstijd aanzienlijk terugdringen.
5.2. Condensatie
Omdat de warmtepomp de lucht afkoelt tot ongeveer 10°C, kan water condenseren op de lamellen
van de verdamper. Indien de relatieve luchtvochtigheid zeer hoog is, kan dit enkele liters per uur
betreffen. Het water stroomt langs de lamellen in een opvangbak en wordt afgevoerd via een gat in
de onderkant van de warmtepomp.
Soms wordt dit condenswater ten onrechte als zwembadwater beschouwd. Desgewenst kan de
warmtepomp worden voorzien van een doorzichtige vinylslang, om het condenswater weg te
leiden van de warmtepomp.
TIP:
Een snelle manier om te bepalen of het water condensatie is, is door het apparaat uit te schakelen
en de zwembadpomp aan te laten. Als het water niet langer uit de opvangbak loopt, is het conden-
satie. EEN NOG SNELLERE MANIER IS OM HET AFVOERWATER OP CHLOOR TE TESTEN
- als er geen chloor aanwezig is, is het condensatie.
Controleer regelmatig of de afvoer niet verstopt is en er geen condenswater in de warmtepomp achterblijft.
5.3. Obstakelvrije ruimte
De ruimte rond de warmtepomp moet vrij zijn van alle objecten om te zorgen dat er voldoende
frisse lucht langs de verdamper kan stromen. Blokkeer de ventilator niet.
uitblaas:
3000mm
luchtinlaat:
500mm
aansluitdeel:
1000mm
10
luchtinlaat:
500mm
luchtinlaat:
500mm
5.4. Vertraging van compressor
De warmtepomp is uitgerust met een ingebouwde solid-state herstartvertraging van drie minuten
wanneer de compressor wordt uitgeschakeld, en een ingebouwde solid-state bedrijfstijd van de
compressor van één minuut. Beide zijn bedoeld om de elektronische onderdelen te beschermen
en herstartcycli contactortrillingen te voorkomen. Deze vertraging herstart het apparaat ongeveer
drie minuten na elke onderbreking van de stroomkring of nadat de compressor één minuut heeft
gelopen. Zelfs een korte stroomonderbreking zal de solid-state herstartvertraging van drie minuten
activeren en voorkomen dat het apparaat start tot de aftelperiode van drie minuten is verstreken.
Alarmmeldingen of fouten tijdens de vertraging zijn niet van invloed. Stroomonderbrekingen tijdens
de vertragingsperiode zorgen ervoor dat de vertraging opnieuw begint.
6. Bediening en gebruik
6.1. Voor ingebruikname
Met de pijltjestoetsen kan direct de gewenste temperatuur worden ingesteld. De instelling wordt
automatisch in het geheugen opgeslagen. Er kan als volgt gekozen worden tussen °C en °F:
1. Ga naar het parametermenu door tegelijkertijd op de omhoog- en omlaagknop te drukken.
2. Ga naar de fahrenheit-parameter (P02) door op de knoppen omhoog/omlaag te drukken.
3. Druk op de aan/uit-knop om naar de parameterinstelmodus te gaan.
4. Stel de parameter in op de gewenste waarde. Als de parameter is ingesteld op 1, moeten alle
temperaturen in °F zijn in plaats van °C.
5. Druk op de aan/uit-knop om de parameterinstelmodus te verlaten.
6. Verlaat het parametermenu door tegelijkertijd op de knop omhoog en omlaag te drukken.
6.2 Initiële opstart
De volgende stappen dienen gevolgd te worden bij het opstarten (na verifi catie dat alle aansluitingen
volgens de specifi caties zijn gemaakt:
1. Zet de fi lterpomp aan. Controleer op mogelijke waterlekkage en de waterstroom van en naar het
zwembad.
2. Steek de stekker in het stopcontact en zet de warmtepomp AAN. De unit start na de tijdvertraging
(zie 5.4).
3. Controleer na enkele minuten of de door de warmtepomp afgevoerde lucht koeler wordt.
4. Laat de unit en de zwembadpomp 24 uur per dag draaien totdat de gewenste temperatuur van
het zwembadwater +0,5 °C is bereikt. Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt het
apparaat uitgeschakeld. De unit zal automatisch herstarten wanneer de zwembadtemperatuur 0,5
°C onder de ingestelde temperatuur zakt.
11