Controleren van de installatieomgeving
De locatie van de printer moet met zorg worden gekozen, omdat de omgevingsomstandigheden een grote
invloed hebben op de prestatie.
Installatieomgeving
Gebruik geen brandbare sprays of oplosmiddelen in de buurt van deze printer. Plaats zulke artikelen
ook niet in de buurt van deze printer. Dat kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Zet geen vazen, bloempotten, kopjes, toiletartikelen, medicijnen, kleine voorwerpen of containers met
water of andere vloeistoffen op of dicht bij de printer. Brand of elektrische schokken kunnen het
gevolg zijn van morsen of als zulke objecten of stoffen in deze printer vallen.
Zorg dat de printer zo dicht mogelijk bij een stopcontact geplaatst wordt. U kunt de voedingskabel in
het geval van een noodsituatie dan snel uit het stopcontact trekken.
Houd de printer uit de buurt van vochtig en stof. Anders kan brand of een elektrische schok
plaatsvinden.
Zet de printer niet op een instabiel of scheef oppervlak. Als de printer kantelt kan letsel het gevolg zijn.
Plaats geen zware voorwerpen op de printer. Hierdoor kan de printer omkantelen en letsel
veroorzaken.
Blokkeer de ontluchtingsopeningen van de printer niet. Dat kan leiden tot brand door interne
componenten die oververhit raken.
Zorg dat de ruimte waar de printer wordt gebruikt voldoende geventileerd en groot genoeg is. Een
goede ventilatie is in het bijzonder belangrijk wanneer de printer intensief wordt gebruikt.
Plaats de printer uit de buurt van het volgende om storingen te voorkomen:
direct zonlicht
luchtstroom van airconditioners of verwarmingen
radio's, televisies of andere elektrische apparaten
plaatsen met hoge/lage temperatuur en hoge/lage vochtigheid
luchtbevochtigers
oliekachels en ammoniak-uitstotende apparaten (zoals kopieerapparaten)
Kies een vlakke, stabiele plaats om de printer te installeren.
De ondergrond moet binnen twee graden waterpas zijn, van links naar rechts en voor naar achter.
Plaatsen en installatie
| 20