Stand-by:
Voor de inschakelstand-by moet een signaal van het alarmsysteem op de wAppLoxx Control
aanwezig zijn. Als de centrale niet gereed is en de ingang 'Stand-by' niet actief, voorkomt de
wAppLoxx Control het inschakelen en geeft die via de wAppLoxx-cilinder aan.
Standaard wordt ingang 1 gebruikt (zie hoofdstuk 3).
Type:
Via 'Type' kunt u de ingangsverwerking wijzigen.
High: Als er 12 V op de ingang staat, is de alarmcentrale gereed voor inschakelen.
High: Als er 0 V op de ingang staat, is de alarmcentrale niet gereed voor inschakelen.
Low:
Als er 12 V op de ingang staat, is de alarmcentrale niet gereed voor inschakelen.
Low:
Als er 0 V op de ingang staat, is de alarmcentrale gereed voor inschakelen.
Status:
Als deze optie wordt aangevinkt, is deze ingang actief.
Inschakelingang:
Met behulp van de inschakelingang kan de wAppLoxx Control door een aangesloten alarmcentrale in
en uitgeschakeld worden.
Bij iedere toestandswissel van de aangesloten alarmcentrale tussen in- en uitgeschakeld word ook de
wAppLoxx Control overeenkomstig in- en uitgeschakeld.
Daarmee is gegarandeerd dat de aangesloten alarmcentrale en de wAppLoxx Control zich altijd in
dezelfde toestand bevinden. Standaard wordt ingang 2 gebruikt (zie hoofdstuk 3).
Vertraging:
Kies een vertraging tussen 10 of 20 seconden. De vertragingstijd definieert de wachttijd van de
alarmcentrale.
Type:
Via 'Type' kunt u de ingangsverwerking wijzigen.
High: Als er 12 V op de ingang wordt gezet, is de wAppLoxx Control ingeschakeld.
High: Als er 0 V op de ingang wordt gezet, is de wAppLoxx Control uitgeschakeld.
Low:
Als er 12 V op de ingang wordt gezet, is de wAppLoxx Control uitgeschakeld.
Low:
Als er 0 V op de ingang wordt gezet, is de wAppLoxx Control ingeschakeld.
wAppLoxx – Montage- en gebruikershandleiding
[47]