DURA+ warmtepomp
Met Parameter 10 stelt men de desgewenste ventilator modus in.
Waarde parameter 10
0
1
2
3
4
Het wijzigen van de parameters gebeurt op de volgende wijze:
Zet de warmtepomp in STAND-BY.
•
Druk op de serviceknop
•
en zijn waarde knipperen gelijktijdig.
Druk op de pijltjes "▲"of"▼" om de gewenste parameter te selecteren.
•
Druk dan gelijktijdig op "MODE" en " ". Nu zal enkel nog de waarde van de parameter knipperen.
•
Selecteer dan met de pijltjes "▲"of"▼" de gewenste instelling.
•
Stop gedurende 5 seconden of druk op de serviceknop om de nieuwe instelling vast te leggen. Het LED
•
scherm zal opnieuw 'OFF' aanduiden.
Alleen parameters 0 en 1 (naargelang de ingestelde mode) worden rechtstreeks ingesteld met "▲"of"▼"
4.3 Status bekijken
Wanneer men het parametermenu verder doorloopt van 0 naar 15 komt men parameters A tot F tegen.
Deze kunnen niet gewijzigd worden en geven weer wat de waarden zijn die het toestel momenteel meet voor
deze parameters.
Parameter
Gemeten waarde
A
Temperatuur inkomend water (-9 ⇒ 99°C)
B
Temperatuur uitgaand water (-9 ⇒ 99°C)
C
Temperatuur verdamper (-9 ⇒ 99°C)
D
Temperatuur koelmiddel inlaat compressor (-9 ⇒ 99°C)
E
Omgevingstemperatuur (-9 ⇒ 99°C)
F
Positie stappenmotor van het elektronisch expansieventiel (0 ⇒ 50 ; N*10)
Ventilator modus
Lage ventilator snelheid
Hoge ventilator snelheid
Automatische ventilator snelheid (hoge snelheid wanneer de lucht temperatuur
lager is dan 10°C, lage snelheid bij temperatuur hoger dan 15°C)
Lage snelheid tussen 21:00h en 08:00h, hoge snelheid bij andere tijden
Automatische regeling volgens een combinatie van de parameterwaarde 2 en 3
om in het menu van de parameters de komen. De aanduiding van de parameter
"
"
14