NL
TOEVOERLUCHT
134
Aanvoer van verbrandingslucht
Als in een ruimte een kachel wordt geïnstalleerd, is er meer
luchttoevoer naar de ruimte nodig. Lucht kan indirect worden
aangevoerd via een klep in de buitenmuur of via een kanaal van
buitenaf, dat op het koppelstuk aan de onderkant van de kachel is
aangesloten. De voor de verbranding benodigde hoeveelheid lucht is
ca. 15 m
3
/u.
Het koppelstuk heeft een buitendiameter van 67 mm. Bij pijpen
langer dan 1 m moet de pijpdiameter worden verhoogd tot 100 mm.
Kies bovendien een grotere klep.
In warme ruimten moet het kanaal tegen condens worden beschermd
door isolatie met 30 mm steenwol dat aan de buitenkant is voorzien
van een vochtwerende laag (bouwplastic). De ruimte tussen pijp
en muur (c.q. vloer) bij de doorvoer moet worden afgedicht met
afdichtmiddel.
Als accessoire is een 1 m lange verbrandingsluchtslang met
condensisolatie verkrijgbaar.
Installatievarianten
Indirect via buitenmuur.
Via buitenmuur.
HK
HK
In de achter- en vloerplaat zitten
uitbreekdeksels die moeten worden
verwijderd voordat de pijp wordt
doorgevoerd.
!
Houd 40 mm ruimte aan tussen
de condensisolatie en de
onderkant van de kachel.
Via vloer en kruipruimte.
Via vloer en plaat op bodem.
HK
HK