Advertenties
Eerste stappen
1.
Draai de vleugelschroeven aan beide kanten van de oliecartridge los en kantel de eenheid 20°
tot 30° zodat de lucht het onderste uiteinde van de rubberen plaat binnendringt. Deze kan voor-
zichtig eruit worden getrokken zonder daarvoor onderdelen te demonteren.
2. Spuit indien nodig vet in het oliereservoir. Zorg er bij het vullen voor dat de vulmarkering niet
wordt overschreden en dat het vet goed wordt samengeperst om de vorming van luchtbellen te
voorkomen.
3. De montagedelen (bijv. het deksel van de oliepomp, de oliedrukinrichting enz.) moeten verticaal
in de olieopslagcilinder uitsteken zodat de rubberen plaat tegen het ruwe oppervlak wordt ge-
drukt. Steek de inlaatpijp van het vet in de basis van de behuizing. Draai nu de borgschroef
naast het tankdeksel vast.
4. Controleer voor ingebruikname alle slangen op eventuele beschadigingen en vervang bescha-
digde slangen onmiddellijk.
5. Sluit vervolgens de luchtinlaatslang aan op de snelkoppeling van de luchttoevoer.
6. Steek de snelkoppeling in de luchtinlaataansluiting om de perslucht binnen te laten en open het
drukregelventiel. Nadat de pomp onder druk is gezet, zal hij waarschijnlijk op en neer gaan
bewegen en lucht afgeven via een huls. De olievulpomp begint te werken en het vet vult gelei-
delijk de leidingen van de zuigeroliepomp en de olie-uitlaat. Sluit de oliepomp op dit punt aan
op de hogedrukslang van het oliespuitpistool. Voor het aansluiten dienen de losse verbindings-
onderdelen gereinigd te worden. Draai de moer vast met een moersleutel om olielekkage te
voorkomen.
7. Nadat de oliedruk geleidelijk is toegenomen en de luchtpomp een tijdje heeft gewerkt, vertraagt
de snelheid van de op-en-neergaande beweging van de oliepomp totdat deze volledig stopt. Op
dit moment bereikt de druk in de oliepomp een evenwicht en bereikt de oliedruk zijn hoogste
waarde. Zodra het spuitpistool wordt geactiveerd, wordt de olie uit het mondstuk gespoten. Als
de smeerolie ontsnapt, raakt de druk in de oliepomp weer uit balans en hervat de oliepomp
automatisch de op-en-neergaande beweging om smeerolie bij te vullen.
8. Zodra de pomp weer met vet is gevuld en de oliedruk de hoogste waarde bereikt, stoppen de
op-en-neergaande bewegingen. De oliepomp werkt herhaaldelijk op deze manier. Wanneer de
oliepomp stopt met bewegen en de oliedruk het hoogst is, moeten de aansluitingen zorgvuldig
worden gecontroleerd op lekkage. Zodra de bovengenoemde werkzaamheden zijn uitgevoerd,
kan de olie worden bijgevuld.
Belangrijke aanwijzingen:
Neem de volgende instructies in acht om een lange levensduur van de pomp te garanderen en optimale
en onberispelijke prestaties te verkrijgen:
•
De perslucht moet worden gefilterd om het binnendringen van vuildeeltjes en extra slijtage van
de pomp en de onderdelen te voorkomen.
•
De druk waarbij het apparaat wordt gebruikt, mag niet hoger zijn dan 8 bar om de betrouwbaar-
heid en duurzaamheid van de verschillende onderdelen en slangen niet in gevaar te brengen.
•
Zorg er bij het gebruik van hogedrukvetslangen voor dat de slangen niet knikken of knellen en
dat ze niet te zwaar worden belast door eraan te trekken of ze aan te spannen.
•
Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, moet de snelkoppelingsnippel worden losgedraaid.
Ook moet het smeerpistool worden gebruikt om de restdruk van de slangen en andere onder-
delen te verwijderen.
•
De pomp moet regelmatig worden geolied.
•
Gebruik de machine niet als het vetpeil te laag is, omdat dit kan leiden tot oververhitting en
schade aan de zuiger en andere onderdelen.
•
Reinig de pomp regelmatig en verwijder vetresten. Verwijder ook de vetspuit om mogelijke
schade te voorkomen. Gebruik uitsluitend schoonmaakolie om de vetkanalen te reinigen en
zorg ervoor dat het vet in de pomptank vrij is van onzuiverheden.
https://www.XPOtool.com
The Tool Experts
Artikel 62795
pagina 4
01 2024-1
Advertenties
