Beschrijving:
Manual L4 ES HP; L4 ES HP W
Documentnummer:
1004289
Netwerkfuncties
Als lid van de nieuwe CTR ES-serie, kan de L4 ES netwerken met andere turbines en
adsorptiedrogers, met uitgebreide functionaliteiten zoals
•
Relatie - interactie tussen twee of meer turbines met een gedefinieerde relatie tussen de
respectievelijke luchtstromen.
•
Geoptimaliseerd drogen met geforceerde lucht, een werkwijze waarbij de als slaaf aangesloten
adsorptiedroger zich automatisch aanpast aan de luchtstroom van de turbine en zo een zo droog
mogelijke lucht produceert.
Werking met een gemeenschappelijke timer.
•
Interactie met het toekomstige systeem SuperVision waarmee de werking extern kan worden
•
bewaakt en bestuurd.
Het netwerken van apparaten vereist geen configuratie vooraf of andere voorbereidingen. Na
installatie worden de apparaten eenvoudig met systeemkabels verbonden. Al wat dan nog resteert is
een simpele druk op de knop Maken in het menu Netwerk van de beoogde master. De master is het
apparaat dat gekozen is om de andere apparaten mee te bedienen. Alle apparaten kunnen voor dit
doel worden gebruikt. Voor de bedrijfsmodi Relatie en Drogen met geforceerde lucht is het
noodzakelijk dat de master een turbine is. Voor de overige doeleinden maakt het niet uit welk
apparaat in het netwerk de master is.
Hoewel een apparaat slave kan zijn van een ander apparaat, kunnen de instellingen wel op het
apparaat zelf worden gewijzigd, dus niet alleen via de master. Als de gebruiker ervoor kiest om
noodzakelijke wijzigingen in de instellingen aan te brengen via de master, zal het scherm op de
geselecteerde slave tijdens het wijzigen knipperen. Dit om snelle identificatie mogelijk te maken en
verwarring te vermijden.
Apparaten verbinden in een netwerk
Ga als volgt te werk bij het aansluiten van machines op een netwerk, bijv. om drogen met
geforceerde lucht te gebruiken:
1. Schakel de apparaten uit als ze zijn ingeschakeld. Verbind de apparaten vervolgens met
systeemkabels. De twee aansluitingen van de apparaten hebben dezelfde functionaliteit, zodat het
niet uitmaakt welke wordt gebruikt. Als SuperVision gebruikt gaat worden, kan het op ieder apparaat
worden aangesloten.
2. Zet de apparaten aan.
3. Selecteer welk apparaat als master gaat fungeren. Tijdens het drogen met geforceerde lucht moet de
master de turbine zijn, die wordt gebruikt om droge lucht in de constructie te persen. Als netwerken
alleen bewaking en besturing op afstand met SuperVison tot doel heeft, dan maakt het niet uit welk
apparaat als master dient.
4. Gebruik de pijl naar rechts op de geselecteerde master voor toegang tot het hieronder afgebeelde
netwerkmenu.
© Corroventa Avfuktning AB
Opgesteld door:
Datum goedkeuring van herziening:
MSHN
2019-06-28
Herziening:
C
30 (36)