Systeemaansluitingen (vervolg)
■ Pre-uitgang aansluiting subwoofer
U kunt een subwoofer met versterker aansluiten op de
SUBWOOFER PRE OUT bus.
Subwoofer dat is verkrijgbaar voor
Audiokabel (In
commercieel (versterker ingebouwd)
de handel
verkrijgbaar)
Audiosignaal
Naar audio-
ingang
Naar
SUBWOOFER
PRE OUT
Opmerkingen:
● Zonder ingebouwde versterker komt geen geluid uit de
subwoofer.
● Subwoofer voor-uitgang (audiosignaal): 200 mV / 10
kOhm bij 70 Hz.
■ Lijnuitgang aansluiting (TV, enz.)
Sluit aan de TV d.m.v. een audiokabel.
TV
Hoofd-toestel
Om Line In functie te kiezen:
● Op hoofdunit: Druk herhaaldelijk op de FUNCTION toets
totdat Line In verschijnt.
● Op de afstandsbediening: Druk herhaaldelijk op de AU-
DIO/LINE (INPUT) toets totdat Line In verschijnt.
Wifi-antenne
Hoofd-
toestel
Naar audio-
uitgangen
Audiokabel (In
de handel
verkrijgbaar)
Naar LINE
invoer
stekerbus
Afstands-bediening
■ Batterij inzetten
1
Open het batterijklepje.
2
Plaats de meegeleverde batterij volgens de aanduiding van
de polen in het batterijvak.
Bij het plaatsen of verwijderen van de batterij moet u deze
naar de (–)-pool duwen.
3
Sluit het klepje.
Let op:
● Verwijder de batterij als het toestel langere tijd niet
gebruikt zal worden. Hierdoor voorkomt u mogelijke
schade vanwege lekkende batterijen.
● Gebruik geen oplaadbare batterij (nikkelcadmium batterij,
enz.).
● Wanneer de batterij niet correct geïnstalleerd is, kan dit
eventueel tot gevolg hebben, dat het toestel niet normaal
functioneert.
● Batterijen (geplaatste accu's of batterijen) mogen niet
blootgesteld
worden
zonneschijn, vuur of dergelijke.
Opmerkingen aangaande de afstandsbediening:
● Vervang de batterij, wanneer de bedieningsafstand
geringer wordt of wanneer de functies gestoord zijn Koop
een batterij van "AA"-formaat (UM/SUM-3, R6, HP-7 of
vergelijkbaar).
● Reinig de zender van de afstandsbediening en de sensor
op het toestel zelf regelmatig met een zachte doek.
● De bediening wordt mogelijk gestoord als de sensor op
het toestel blootstaat aan fel licht. Verander de verlichting
of de richting van het toestel wanneer dit gebeurt.
● Houd de afstandsbediening uit de buurt van vocht, hitte,
schokken en trillingen.
■ Testen van de afstandsbediening
Controleer de afstandsbediening nadat u alle verbindingen
heeft gecontroleerd.
Richt de afstandsbediening op de sensor van het toestel. De
afstandsbediening kan worden gebruikt binnen het hieronder
aangegeven bereik:
Afstandsbedienings-
sensor
0,2 m - 6 m
N-5
aan
overmatige
hitte
CD/USB
RDS
NETWORK
door