(8)
LED Voorgastijd actief
(9)
LED Start stroom actief
(10)
LED Upslope tijd actief
(11)
LEDLasstroom I1 actief
(12)
LED Arc Force actief, range 0-10
(13)
LED Lasstroom MMA actief, range 0- 200A
(14)
LED Hot start, actief
(15)
LED MMA (elektrode lassen), actief
(16)
LED TIG lift arc actief
(17)
Drukknop, functie selectie: MMA / (elektrode lassen) / HF ontsteking / Lift-arc
(18)
LED TIG HF actief
(19)
LED 2 Takt actief
(20)
Drukknop, functie selectie 2 Takt / 4 Takt
(21)
LED 4 Takt actief
(22)
Ampere (display)
(23)
Volt (display)
(24)
Display
(25)
Tijd in seconde (display)
(26)
Percentage % (display)
(27)
Hz (display)
(28)
Thermische overbelasting
(29)
Draai/ drukknop, voor instellen parameters
(30)
LED Downslope tijd (TIG)
(31)
LED Eindstroom
(32)
LED Nagas tijd
(33)
Pulsbreedte I1
(34)
Gasaansluiting TIG toorts
(35)
Schakelaar aan/uit (achterzijde machine)
(36)
Gas aansluiting (gascilinder, achterzijde machine)
(37)
Aanvoersnoer 230V (achterzijde machine
6. TIG lassen
In dit hoofdstuk zullen wij u de functies en instellingen uitleggen die u nodig heeft voor het TIG lassen.
6.1 Het lasproces
TIG staat voor Thungsten Inert Gas.
Tussen een niet afsmeltende elektrode van wolfram of wolfram + legering en het werkstuk word onder bescherming
van een beschermgas een lichtboog ontstoken. De beschermgas zorgt ervoor dat de elektrode en het smeltbad
beschermt worden tegen de corrosieve werking van zuurstof. Als beschermgas word Argon, soms Helium of een
mengsel van beide gassen gebruikt.
Eventueel benodigd toevoegmateriaal wordt onafhankelijk van de boog aan het lasbad toegevoegd. Dit kan zowel
handmatig als machinaal.
6.2 Toepassingen
Het TIG lassen wordt in alle sectoren in de industrie toegepast en is in het bijzonder geschikt voor hoogwaardige
lasverbindingen. Bij het handmatig lassen is de kleine boog ideaal voor het lassen van kleinere wanddiktes of voor een
goede beheersing van de inbranding (bij het lassen van grondlagen bij bijvoorbeeld pijpverbindingen).
Door de goede beheersbaarheid van het proces wordt TIG lassen ook bij gemechaniseerd lassen toegepast, zonder of
met toevoegdraad. Dergelijke systemen vereisen minder lashandvaardigheid, maar de operator moet wel goed
getraind worden. Omdat de lasser minder controle heeft over de boog en het gedrag van het smeltbad, moet de
lasnaad zorgvuldig worden voorbewerkt (bij voorkeur machinaal in plaats van handmatig), de naad moet nauwkeurig
worden gesteld en de lasparameters moeten precies worden ingesteld
Omdat de neersmelt gering is (bij het gebruik van lasstaven) wordt aan het booglassen met beklede elektroden of het
MIG lassen de voorkeur gegeven voor dikkere materialen en vullagen bij het lassen van dikwandige pijp.
10