7.2
Laders
Gebruik uitsluitend de lader die met het gereedschap werd meegeleverd om de batterij op
te laden.
Probeer nooit om niet-oplaadbare batterijen te laden.
Laat defecte snoeren onmiddellijk herstellen.
Niet blootstellen aan water.
Open de lader niet.
De behuizing van de lader niet doorboren.
De lader is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
8 GEBRUIK
8.1
Het batterijpack laden (Fig. 2)
a. Stekker
b. Laadaansluiting
Het batterijpack wordt geleverd in een toestand van lage lading om mogelijke problemen te
voorkomen. U moet het vóór het gebruik opladen.
Nota: na de eerste laadbeurt hebben batterijen nog niet hun volledige capaciteit bereikt. Geef
ze verschillende laadcycli (boren gevolgd door opladen) de tijd om hun volledige capaciteit te
bereiken. De batterij mag enkel binnenshuis gebruikt worden.
De batterij is niet volledig opgeladen bij levering. Laat daarom het gereedschap de eerste keer
gedurende 7 uur laden. Na de eerste laadbeurt zou, bij normaal gebruik, de batterij in 3 tot 5
uur volledig opgeladen moeten zijn.
Het batterijpack wordt lichtjes warm tijdens het laden. Dit is normaal en wijst niet op een
probleem.
Plaats de lader niet op een extreem warme of koude plek, hij werkt het best bij
kamertemperatuur.
Laadindicatie:
De adapter (c) beschikt over één ledlampje (zie Fig. 2).
1.
Stop de adapter (c) in een geschikt stopcontact. Het netspanningsverklikkerlampje (d) zal
groen branden zodra de verbinding succesvol gemaakt is.
2.
Stop de laadstekker (a) in de laadaansluiting (b) van het batterijpack (7) en verzeker u
ervan dat hij goed verbonden zit. Het netspanningsverklikkerlampje (d) op de adapter (c)
gaat rood branden wat betekent dat het batterijpack aan het laden is.
3.
Wanneer het batterijpack geladen is, verkleurt het netspanningsverklikkerlampje (c) van
rood naar groen totdat de lader uit het stopcontact wordt gehaald.
NOTA: wanneer de batterij niet goed past, ontkoppel ze dan en controleer of het batterijpack
het juiste model is voor deze lader, zoals in de specificaties wordt opgegeven.
Laad geen ander batterijpack, noch een batterijpack dat niet stevig op de lader past.
1. Controleer regelmatig de lader en het batterijpack wanneer ze verbonden zijn.
2. Haal de lader uit het stopcontact en ontkoppel hem na het laden van het batterijpack.
3. Laat het batterijpack volledig afkoelen vóór u het gebruikt.
4. Bewaar de lader en het batterijpack binnenshuis, buiten het bereik van kinderen.
NOTA: wanneer de batterij na continu gebruik in het gereedschap heet is, laat ze dan tot
kamertemperatuur afkoelen vóór u ze oplaadt. Dit zal de levensduur van uw batterij verlengen.
Copyright © 2017 VARO
POWE00067
c. Adapter
d. Netspanningsverklikkerlampje
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com