5.
Volgorde van de instellingen: Tijdzone > Uren > Minu-
ten > Jaar > Jaar > Maand > Dag > Taal
6.
Druk tenslotte op de SET-knop om de instellingen op te
slaan en de instelmodus te verlaten.
10 Alarm instellen
1.
Druk meerdere keer op de MODE-knop om de gewens-
te alarmfunctie te selecteren: Alarm 1 (AL 1) of Alarm 2
(AL 2). Het display verandert naar de ingestelde alarm-
tijd.
2.
Druk gedurende 3 seconden op de MODE-knop om
over te schakelen naar de instellingsmodus voor de
overeenkomstige alarmtijd.
3.
De in te stellen waarde knippert.
4.
Druk op de knop UP/CF of DOWN/RCC om de waarde te
wijzigen.
5.
Druk op de MODE-knop om de instelling te bevestigen
en naar de volgende instelling over te schakelen.
6.
Volgorde van de instellingen: Uren > minuten
7.
Druk tenslotte op de MODE-knop om de instellingen op
te slaan en de instelmodus te verlaten.
8.
In de normale weergavemodus drukt u op de MODE-
knop om de gewenste alarmtijd weer te geven.
9.
Om de alarm te activeren, drukt u in de normale weer-
gavemodus op de ALARM-knop totdat het overeenkom-
stige alarmsymbool (wekker) wordt weergegeven.
10. Om het alarm uit te schakelen, drukt u in de normale
weergavemodus op de ALARM-knop totdat het over-
eenkomstige alarmsymbool (wekker) niet langer wordt
weergegeven.
15 / 24