1
6
1
6
Figuur 1: Modulaire kabel, cross wired
•
Optie: een relais (niet meegeleverd) dat
zowel door de preferred load functie als de
alarmfunctie
kan
Specificaties:
maximale
200mA; bedrijfsspanning: gelijk aan de
nominale
spanning
voedingsspanning.
3.3
Stap voor stap installatie
Raadpleeg tijdens de installatie de
installatietekening
getallen
in
overeen met de hieronder aangegeven
getallen tussen haakjes ( ).
WAARSCHUWING!
Zorg dat alle DC en AC systemen zijn
uitgeschakeld of verwijderd. Installeer
de zekeringen pas als de installatie is
voltooid.
LET OP!
Verwisselen van de aansluitingen kan
leiden tot beschadiging van de
Masterlink ACM-1 welke niet door de
garantie gedekt wordt!
Januari 2005 / Masterlink ACM-1 / NL
1
6
6
1
worden
aangestuurd.
spoelstroom::
van
de
(figuur
4).
De
deze
tekening
komen
Let goed op dat er tijdens de installatie
van de kabels geen scherpe bochten in
de kabels komen. Leg ook geen kabels
om scherpe hoeken die de kabels en de
Masterlink ACM-1 gemakkelijk kunnen
beschadigen
Ga als volgt te werk om de Masterlink ACM-1 te
installeren:
1. Maak aan de hand de tekening in hoofdstuk
10.2 een uitsparing in uw bedieningspaneel
of integreer de Masterlink ACM-1 in uw
Mastervision
paneel.
benodigde inbouwdiepte bedraagt 65 mm.
Installeer het paneel niet in het volle zonlicht,
omdat deze dan niet goed kan worden
afgelezen.
2. Uitsluitend wanneer u de grijze inbouwdoos
gebruikt:
boor
een
inbouwdoos en voer de communicatiekabel
hier doorheen.
3. Steek de communicatiekabel in de modulaire
connector aan de achterzijde van het paneel
(ref. 1).
4. Monteer het paneel (tezamen met de
inbouwdoos)
in
Mastervision paneel
5. Instaleer de stroomtransformator op een
geïsoleerde en beschermde locatie, zo dicht
mogelijk bij de AC verdeelkast
6. Voer de fasedraad van de AC-installatie
door het gat van de stroomtransformator (ref.
2).
7. Instaleer de transducer op een geïsoleerde
en
beschermde
stroomtransformator. Denk er om dat de
wisselspanningen gevaarlijk zijn. Zorg voor
voldoende
isolatieafstand
netspanning
voerende
gelijkspanningsdelen.
De
minimaal
gat
in
de
grijze
de
uitsparing
/
het
locatie,
nabij
de
tussen
de
delen
en
de
7