4 Over de unit
3.1
Accessoires verwijderen
a
b
1×
6×
a
Montagehandleiding BEV-unit
b
Kabelbinder (kort)
c
Kabelbinder (lang)
d
Isolatie voor fitting
4
Over de unit
INFORMATIE
De BEV2-unit is een uitbreiding voor de binnenunit met
externe expansiekleppen. Dit is verplicht voor sommige
units die met CO2-koelmiddel werken; zie de catalogus
van Daikin voor combinaties.
5
Installatie van de unit
WAARSCHUWING
▪ De installatie moet worden uitgevoerd door een
installateur, en de keuze van de materialen en de
installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In
Europa is de norm EN378 van toepassing.
▪ Installeer alle vereiste tegenmaatregelen in het geval
van een koelmiddellek volgens de norm EN378 (zie
"5.1.2 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats
CO₂-koelmiddel" [ 4 7]).
voor
▪ Installeer een CO
-lekdetector (lokaal te voorzien) in
2
elke
kamer
airconditioningunits, koelvitrines of koelblazers, en
schakel de functie voor koelmiddellekdetectie in (zie de
montagehandleiding van de binnenunits).
5.1
Installatieplaats voorbereiden
Vermijd
installatie
in
een
oplosmidddelen zoals inkt en siloxaan.
5.1.1
Vereisten voor de installatieplaats van de
unit
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
INFORMATIE
Apparatuur voldoet aan de eisen voor commerciële en
licht-industriële locaties indien vakkundig geïnstalleerd en
onderhouden.
VOORZICHTIG
Deze apparatuur is NIET bedoeld voor gebruik op
residentiële locaties en garandeert GEEN afdoende
bescherming van de radio-ontvangst op dergelijke locaties.
Montagehandleiding
6
c
d
4×
2×
met
koelmiddelleidingen,
omgeving
met
veel
organische
VOORZICHTIG
Toestel NIET toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor
commerciële als kleinindustriële toepassingen.
OPMERKING
▪ De professionele installateur moet de EMC-situatie
beoordelen vóór installatie, als de apparatuur dichter
dan
30 m
bij
geïnstalleerd.
▪ Speciale installatiemaatregelen zijn NIET vereist om
EMC-emissies (elektromagnetische emissies) tot een
minimum te beperken.
OPMERKING
Dit is een klasse A-product. In een residentiële omgeving
kan dit product radiostoringen veroorzaken, en dan moet
de gebruiker de gepaste maatregelen treffen.
▪ Plafondisolatie. Wanneer de temperatuur in het plafond hoger is
dan 30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80%
heerst, of wanneer er verse lucht in het plafond wordt geleid, is er
extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte van
minstens 10 mm).
▪ Sterkte van het plafond. Controleer of het plafond sterk genoeg
is om het gewicht van de unit te dragen. Als er enig risico bestaat,
verstevig dan eerst het plafond en installeer dan pas de unit.
▪ Gebruik bij een bestaand plafond ankers.
▪ Gebruik bij een nieuw plafond verzonken inzetstukken,
verzonken ankers of andere lokaal voorziene onderdelen.
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
a
≥250
a
Kant buitenunit
b
Kant binnenunits
▪ Serviceruimte. Installeer de inspectiedeur aan de kant van de
besturingskast.
a
b
c
450
a
Besturingskast
b
Serviceruimte
c
Inspectiedeur
een
residentiële
locatie
wordt
b
≥250
(mm)
(mm)
BEV2N-A
CO₂ Conveni-Pack: BEV2-unit
4P676362-1D – 2022.09