Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 16Figuur 17Figuur 18
Tabel 1
Verwarmingsmateriaal
Droog beuken brandhout
HERINNERING:
Om een nominaal thermisch rendement te verkrijgen en om de steppenvonk te verhogen, raden wij aan ruw
beukenhout, gezaagd op een lengte van L=33cm, te gebruiken als verwarmingsmateriaal.
14.
REINIGING EN ONDERHOUD
Het grillrooster moet worden schoongemaakt door de grillhouder met een spatel te openen of door de deur van het
grillbed te openen. Ten minste eenmaal per dag moet de as uit de aslade worden verwijderd en moeten de kruimelresten
(slakken) worden verwijderd door de deur van de aslade en de grillhouder te openen. Reinig regelmatig alle oppervlakken
van de kachel die blootstaan aan rookgassen met een spatel. Schone verwarmingsoppervlakken garanderen een zuinige
werking van het fornuis. Het verdient aanbeveling de pan eens per maand te reinigen, en vaker indien nodig.
De geëmailleerde oppervlakken van het fornuis en het fornuisframe mogen niet worden gereinigd met een staalborstel en
een schuurmachine, omdat het glazuur en de bescherming kunnen worden aangetast, meer dan met een vochtige doek voor
schoonmaakmiddelen en fijne detergenten. Reinig de oven na elk gebruik terwijl hij nog warm is. Laat na het schoonmaken
de ovendeur enkele minuten openstaan, zodat het bij de volgende start niet onaangenaam stil wordt.
De kookplaat moet altijd worden schoongemaakt met een fijne schuurspons en in geval van een langere pauze moet
hij worden ingesmeerd met een niet-zuurbestendige olie (biljnim uljem). Verwijder verbrande voorwerpen van de kookplaat
met een spatel, een mes en behandel ze eventueel met grafiet, as van een bakplaat of met olie.
Het is verboden de kachel te verwarmen met een warmwatertoestel en de kachel te koken met water voor
koelingsdoeleinden.
15.
HET BEHOUD VAN DE KACHEL
Na afloop van het kookseizoen moet de kachel worden ontdaan van as en puin. Het water mag alleen worden geloosd bij
noodzakelijke reparaties aan de installatie. Indien de installatie tijdens het stookseizoen niet wordt gebruikt, moet de
installatie met een bepaalde hoeveelheid antivriesvloeistof worden gevuld of moet er water uit de installatie worden gelaten
om bevriezing te voorkomen.
16.
BESTEMMINGEN
Tabel 2
RB
Verontre
iniginge
n
1
De waterdruk bij de insta. neemt
langzaam af.
Koude radiatoren op maximale
2
hoogte
installaties en lawaai
3
Radiatoren gaan niet alle kanten op.
De veiligheidsklep voert water
4
uit de installatie af, maar de druk is
minder dan 3
(2,5)bar
Thermisch vermogen (kJ/kg.)
Mogelijke klant
De installatie is niet
doorgelust
Installatie en kleine ventilatie
installatiedruk
De radio ventilator
De veiligheidsklep is op
quarantaine
15300
Sleutel
Controleer de hechting van de lasverbindingen,
schroefdraadverbindingen, holender en andere
De druk in de installatie verhogen en loslaten
installatiekanaal en radio
Om het vacuüm uit de radiator te halen via de
ontluchting
ventila
Vervang de veiligheidsklep
11
Advertenties
Inhoudsopgave
