134946 Rev 1 - Gepubliceerd: 05/15/19
1.
Schuif de adapterhouder in de body van de wielsensor.
2.
Positioneer de spaakklem op het wiel zoals aangegeven in de paragraaf Compatibiliteit
adapters. Pagina 3.
3.
Plaats de wielsensor aan de binnenzijde van de spaken en lijn het boutgat van de bevestig-
ingsklem uit met het boutgat in de wielsensor. Druk de beide onderdelen tegen elkaar en
houd ze klemvast.
4.
Daai de adapterbout vast met een 2 mm imbussleutel tot 0,5 Nm. Hou de wielsensor stevig
vast om verdraaien te voorkomen.
Bevestig sensor aan de niet-aangedreven
kant.
Bevestig de sensor niet aan de
aangedreven kant.
Montage
2
Plaats de sensor zo dicht mogelijk bij
de wielas.
ONJUIST
Bevestig de sensor niet te ver
van de wielas.
3
JUIST
Lijn de holle onderzijde van de
sensor uit met de wielas.
Lijn de sensor niet op een
andere manier uit ten opzichte-
van de naaf.
Controleer of de adapters op de juiste
wijze over de spaken zijn bevestigd.
De kunststof en rubber klemdelen
moeten volledig aansluiten. Hierboven
getoonde is onjuist.
2 of 4
1
4