nl
Accutakkenschaar EasyCut 110/18V P4A /
Telescopische accutakkenschaar HighCut
250/18V P4A / HighCut 360/18V P4A
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
2. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
3. BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
4. ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
5. OPBERGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
6. STORINGEN VERHELPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
7. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
8. TOEBEHOREN / ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
9. SERVICE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
10. AFVOEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Vertaling van de originele instructies.
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
1.1 Uitleg van de symbolen:
Lees de gebruiksaanwijzing.
Gevaar – Blijf met uw handen uit de buurt van het mes.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshelm.
Afstand houden.
Levensgevaar door een elektrische schok!
Blijf altijd op ten minste 10 m afstand van stroom-
leidingen.
Verwijder de accu vóór reinigings- of onderhoudswerkzaam-
heden.
1.2 Algemene veiligheidsaanwijzingen
1.2.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor machines
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsaanwijzingen, instructies, illustraties en technische
gegevens, waarvan deze machine is voorzien.
Nalatigheden bij het in acht nemen van alle ondervermelde instructies kunnen een
elektrische schok, brand en/of ernstige verwondingen veroorzaken.
Bewaar alle veiligheidsaanwijzingen en instructies voor toekomstig
gebruik. Het in de veiligheidsaanwijzingen gebruikte begrip "machine" heeft
betrekking op machines die met netspanning worden gebruikt (met een netsnoer)
en op machines die met een accu werken (zonder netsnoer).
1) Veiligheid op de werkplek
a) Houd het gedeelte waar u werkt netjes en goed verlicht.
Chaos of slecht verlichte werkplekken kunnen leiden tot ongevallen.
b) Werk met de machine niet in een explosiegevaarlijke omgeving,
waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stof bevinden.
Machines veroorzaken vonken die stof of dampen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van de machine
op afstand. Bij afleiding kunt u de controle over de machine verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van de machine moet in het stopcontact passen.
De stekker mag op geen enkele wijze worden veranderd. Gebruik geen
adapterstekkers samen met geaarde machines. Onveranderde stekkers en
passende contactdozen verkleinen het risico op een elektrische schok.
b) Voorkom lichaamscontact met geaarde oppervlakken zoals buizen,
verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op
een elektrische schok, wanneer uw lichaam geaard is.
c) Houd machines uit de buurt van regen of vocht. Het binnendringen van
water in een machine verhoogt het risico op een elektrische schok.
d) Gebruik de voedingskabel niet anders dan voor de eigenlijke bestem-
ming, dus niet om de machine aan te dragen, aan op te hangen of om de
stekker mee uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt
van hitte, olie, scherpe randen of bewegende machineonderdelen.
Beschadigde of in elkaar gewikkelde snoeren verhogen het risico op een elektri-
sche schok.
e) Wanneer u met een machine in de openlucht werkt, dient u alleen ver-
lengsnoeren te gebruiken die ook geschikt zijn voor gebruik buitenshuis.
Het gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis ver-
kleint het risico op een elektrische schok.
f) Wanneer het gebruik van de machine in een vochtige omgeving niet
kan worden vermeden, dient u van een aardlekschakelaar gebruik te
maken. Het gebruik van een aardlekschakelaar verkleint het risico op een elektri-
sche schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees attent! Let erop wat u doet en ga verstandig aan het werk met
een machine. Gebruik geen machine, wanneer u moe bent of onder
invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Eén moment van onoplet-
tendheid bij het gebruik van de machine kan leiden tot ernstige verwondingen.
b) Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting en altijd een veilig-
heidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting zoals een
stofmasker, slipvaste veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescher-
ming, afhankelijk van het type en gebruik van de machine, verkleint het risico op
verwondingen.
c) Voorkom een onopzettelijke ingebruikname. Zorg ervoor dat de
machine uitgeschakeld is voordat u deze op de stroomvoorziening
en / of de accu aansluit, de machine oppakt of draagt. Wanneer u uw vin-
gers tijdens het dragen van de machine op de schakelaar houdt of de machine
ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dat leiden tot ongevallen.
d) Verwijder instelgereedschappen of stelsleutels voordat u de machine
inschakelt. Gereedschap of sleutels die zich in een draaiend machineonderdeel
bevinden, kunnen verwondingen veroorzaken.
e) Voorkom een abnormale lichaamshouding. Let erop dat u altijd veilig
en stevig staat, en zorg ervoor dat u altijd uw evenwicht behoudt.
Daardoor hebt u de machine in onverwachte situaties beter onder controle.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden.
Houd haar en kleding uit de buurt van bewegende onderdelen.
Loszittende kleding, sieraden of lang haar kan door bewegende onderdelen
worden gegrepen.
g) Wanneer stofafzuig- en opvangvoorzieningen kunnen worden gemon-
teerd, dienen deze aangesloten te worden en correct te worden gebruikt.
Gebruik van een stofafzuiging kan risico's door stof verkleinen.
h) Waan u niet in schijnveiligheid en houd u altijd aan de veiligheids-
regels voor machines, ook wanneer u na veelvuldig gebruik vertrouwd
bent met de machine. Onoplettend handelen kan binnen een fractie van
seconden leiden tot ernstig letsel.
4) Gebruik en behandeling van de machine
a) Overbelast de machine niet. Gebruik voor uw werkzaamheden de
daarvoor bestemde machine. Met de juiste machine werkt u beter en veiliger
binnen het vermelde vermogensbereik.
b) Gebruik geen machine waarvan de schakelaar defect is.
Een machine die niet meer in- of uitgeschakeld kan worden, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de accu voordat
u de machines instelt, toebehoren wisselt of de machine weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel verhindert dat de machine onopzettelijk start.
d) Berg ongebruikte machines buiten reikwijdte van kinderen op. Laat de
machine niet gebruiken door personen die hiermee niet vertrouwd zijn of
die deze instructies niet hebben gelezen.
Machines zijn gevaarlijk wanneer ze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Onderhoud machines zorgvuldig. Controleer of bewegende onder-
delen onberispelijk functioneren en niet klemmen, of onderdelen gebro-
ken zijn of zodanig zijn beschadigd dat de functie van de machine
wordt belemmerd. Laat beschadigde onderdelen repareren alvorens
de machine te gebruiken.
Veel ongevallen vinden hun oorzaak in slecht onderhouden machines.
f) Houd uw snijgereedschappen scherp en schoon.
Zorgvuldig onderhouden snijgereedschappen met scherpe snijranden blijven
minder snel haken en zijn gemakkelijker te bedienen.
g) Gebruik de machine, toebehoren, gebruiksgereedschappen enz. over-
eenkomstig deze instructies. Houd daarbij rekening met de werkomstan-
digheden en de uit te voeren werk zaamheden. Het gebruik van machines
voor andere dan de voorziene toepassingen kan leiden tot gevaarlijke situaties.
h) Zorg ervoor dat handgrepen en handgreepvlakken droog en schoon
zijn en er geen olie en vet op zit. Gladde handgrepen en handgreepvlakken
maken een veilige bediening en controle van de machine in onverwachte situaties
onmogelijk.
5) Gebruik en behandeling van accugereedschap
a) Laad de accu's alleen op in oplaadapparaten die door de fabrikant
worden aanbevolen.
Voor een oplaadapparaat dat voor een bepaald soort accu's geschikt is, bestaat
brandgevaar wanneer er andere accu's op worden aangesloten.
b) Gebruik alleen de accu's die bestemd zijn voor de bijbehorende machi-
nes. Het gebruik van andere accu's kan leiden tot verwondingen en brandgevaar.
c) Houd de niet-gebruikte accu uit de buurt van paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen, die
een overbrugging van de contacten zouden kunnen veroorzaken. Kort-
sluiting tussen de accucontacten kan verbrandingen of vuur tot gevolg hebben.
21