Kleurtint
1. Navigeer naar de instelling kleurtint.
2. De gewenste verzadiging instellen met de pijltoetsen
Links (38) en Rechts (37) of schuif de regelaar op het
display met uw vinger naar de gewenste positie.
ð De instelling wordt direct overgenomen.
Negatief
1. Navigeer naar de instelling negatief.
2. Druk op de toets Bevestigen (43) of de schuifregelaar op
het display aantikken.
3. Gebruik alternatief de display-toets Negatief (57).
ð De kleuromkering wordt in-, resp. uitgeschakeld.
Submenu beeldscherminstellingen
Het submenu biedt de volgende opties:
Instelling
Functie
Helderheid
Display-helderheid instellen
Raster
Weer te geven raster selecteren
Weergavemodus
Weergave van de dubbele camera
(optioneel) in- en uitschakelen
Beeldschermrotatie
Weergave op het display 180°
draaien
Helderheid
1. Navigeer naar de instelling helderheid.
2. De gewenste helderheid instellen met de pijltoetsen
Links (38) en Rechts (37) of schuif de regelaar op het
display met uw vinger naar de gewenste positie.
ð De instelling wordt direct overgenomen.
16
Raster
1. Navigeer naar de instelling raster.
2. Druk op de toets Bevestigen (43) of de instelling op het
display aantikken.
ð De keuzemogelijkheden wordt weergegeven.
3. Navigeer met de pijltoetsen Omhoog (36) en Omlaag (39)
naar de gewenste instelling of deze aantikken op het
display.
ð U kunt een van de rasters selecteren of de functie
deactiveren.
4. Druk op de toets Bevestigen (43) of de instelling op het
display opnieuw aantikken.
ð De gewenste instelling wordt overgenomen.
ð Het menu wordt weer weergegeven.
ð Is een raster in het menu geactiveerd, wordt dit
weergegeven of verborgen, als u drukt op de display-
toets Raster (56).
Weergavemodus
1. Navigeer naar de instelling weergavemodus.
2. Druk op de toets Bevestigen (43) of de regelaar op het
display aantikken.
3. Gebruik alternatief de display-toets Dual Vision (55).
ð Het beeld van de dubbele camera wordt in-, resp.
uitgeschakeld (sonde-afhankelijke optie).
Beeldschermrotatie
1. Navigeer naar de instelling beeldschermrotatie.
2. Druk op de toets Bevestigen (43) of de regelaar op het
display aantikken.
ð De weergave op het display 180° gedraaid.
ð Op het display wordt de rotatietoestand
weergegeven (58).
VSP-inspectiesysteem VSP3041
NL