3.3 Stap voor stap installatie
WAARSCHUWING!
Overtuig uzelf ervan dat de gehele
installatie spanningsloos is gedurende
de installatiewerkzaamheden. Installeer
de zekeringen niet voordat de installatie
gereed is.
LET OP!
Vermijd scherpe hoeken en scherpe
buigingen bij het aanleggen van de
bedrading.
Raadpleeg tijdens de installatie de
installatietekening op pagina 6.
Installeer de ACV-I bij voorkeur op een locatie
waar de monitor en de installatie componenten
goed toegankelijk blijven. Plaats de monitor op
een plaats waar de zon niet direct op de monitor
kan schijnen.
Installeer de ACV-I monitor in uw Mastervision
paneel of maak een uitsparing voor het grijze
monitorbakje (zie hoofdstuk 6 voor afmetingen)
1. Boor een gat in het grijze monitorbakje om
de modulaire kabel door te voeren.
2. Leid de modulaire RJ12 kabel door het gat
van de grijze monitorbakje en sluit deze aan
op de ACV-I monitor.
Februari 2003 ACV-I monitor panel / NL
3. Monteer het grijze bakje samen met de
monitor in het interieur met behulp van vier
schroeven of plaats de monitor in uw
MasterVision-paneel.
4. Monteer de opnemer op een droge en
geïsoleerde plaats.
5. Sluit de andere zijde van de modulaire kabel
aan op de opnemer.
6. Installeer drie netspanningskabels (2x 0,75
mm²) tussen de AC-ingangen van de
opnemer en de drie AC-groepen. Gebruik in
zowel de fase als de nulleiding een zekering
van 0,5 ampère (snel). Overtuig uzelf er van
dat de isolatie tussen de AC groepen
conform de voorschriften wordt uitgevoerd..
7. Sluit de pluspool van de DC-voeding aan op
schroefklem 1 aan de achterzijde van het
ACV-I paneel. Voorzie deze draad van een
kabelzekeringhouder (0,5A, traag). Sluit de
minpool
van
de
schroefklem 2. De minimale kabeldiameter
bedraagt: 2 x 0, 15mm²
3.4 Alarmfunctie
De ACV-I is voorzien van een 100mA 'normally
open'-contact waarmee een optioneel extern
relais
kan
worden
meegeleverd).
Sluit
schroefklemmen 3 en 4 aan de achterzijde van
de ACV-I, zoals aangegeven op de tekening op
pagina 6.
Let er op dat de stroom door de spoel van het
relais niet groter mag zijn dan de maximale
stroom zoals aangegeven in de specificaties en
dat de nominale spanning van het relais gelijk
DC-voeding
aan
op
aangestuurd
(niet
het
relais
aan
op
7