Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Batterijen plaatsen
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
1. De vergrendeling (17) omlaag schuiven.
ð De vergrendeling van het batterijvak is ontgrendeld.
2. Open het deksel (18) van het batterijvak.
ð Verwijder evt. aanwezige oude batterijen.
3. Plaats de batterijen met polen op de goede plaats in het
batterijvak.
4. Vergrendeling (17) weer sluiten.
ð De vergrendeling (17) vergrendelt en het batterijvak is
gesloten.
18
Zwanenhals-sonde aansluiten
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
19
1. Verbind de aansluiting van zwanenhalssonde (19) met de
aansluiting op het apparaat (20).
Hiervoor de grendelnok van de sonde in de betreffende
groef van de stekker op de camerabehuizing leiden, zodra
deze draaivrij met elkaar zijn verbonden.
2. De aansluiting op het apparaat (20) heeft een
schroefverbinding. Schroef deze vast aan de zwanenhals-
sonde.
6
Apparaat in- en uitschakelen
1. Druk ca. 2 seconden op de toets Aan/uit (11).
ð Het display wordt ingeschakeld.
ð Het apparaat is klaar voor gebruik.
2. Druk kort op de toets Aan/uit (11).
ð Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Camera/beelduitlijning
1. De zwanenhals-sonde (2) in de gewenste positie brengen.
2. Indien nodig kunt u het camerabeeld op het display 180°
draaien. Druk hiervoor op de toets Beeldrotatie (13).
ð Het camerabeeld wordt 180° gedraaid weergegeven.
3. Druk opnieuw op de toets Beeldrotatie (13).
ð Het camerabeeld wordt weer uitgelijnd weergegeven.
4. Voor opnamen onder water kan de zwanenhals-sonde (2)
worden ondergedompeld.
Zorg dat het apparaat zelf niet met het water in aanraking
komt, omdat het anders kan worden beschadigd.
Belichting van de camera instellen
1. Druk op de toets Helderheid (14), tot de gewenste
belichtingsintensiteit voor de camerakop is ingesteld.
ð De indicatie LED-helderheid (10) toont de actuele
instelling.
Beeldvergroting instellen (zoom)
1. Druk op de toets Vergroten (12), tot de gewenste
vergroting is ingesteld.
ð Het beeld wordt gecentreerd, vergroot weergegeven.
ð De indicatie Vergrotingsfactor (15) toont de actuele
17
vergrotingswaarde. Het waardenbereik ligt tussen 1,0
en 2,0.
Accessoires gebruiken
De accessoireset bestaan uit 3 opzetstukken (6, 7, 8) voor de
camerakop. De hulpstukken kunnen indien nodig op de
camerakop worden (1) bevestigd.
1. Het verbindingsstuk van het opzetstuk (21) op de
camerakop steken. Zorg dat u de camerakop niet
beschadigt.
20
2. Voor het verwijderen van het hulpstuk, het
verbindingsstuk (21) voorzichtig van de camerakop
trekken.
videoscoop BO21
21
1
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
