Inbedrijfstelling van apparatuur
7 Ingebruikname van apparatuur
7.1 Controles vóór inschakelen
Nr.
Het product is stevig geïnstalleerd, op een schone plaats die goed geventileerd is en
1
waar het product gemakkelijk bediend kan worden.
De PE-, DC-ingangs-, AC-uitgangs- en communicatiekabels zijn juist en stevig
2
aangesloten.
3
Kabelbinders zijn intact, en naar behoren en op gelijkmatige afstanden aangebracht.
4
Niet gebruikte poorten en klemmen zijn afgedicht.
De spanning en frequentie op het aansluitpunt voldoen aan de vereisten voor
5
koppeling van de omvormer met het net.
7.2 Inschakelen
Stap 1 Zet de AC-schakelaar tussen de omvormer en het stroomnet aan.
Stap 2 Zet de DC-schakelaar van de omvormer aan.
Stap 2 (optioneel) Zet de DC-schakelaar tussen de omvormer en de PV-string aan.
PV-string
Aanzetten
Inschakelen:
1
DC-
schakelaar
(optioneel)
3
2
Gebruikershandleiding V1.0-2023-09-30
Controlepunt
Omvormer
AC-stroom-
kringonder-
breker
36
Openbaar net