4.
Bevestig de cameravoet aan de converterschaal of het
montageoppervlak, afhankelijk van de installatie.
5.
Gebruik het meegeleverde lensuitlijngereedschap om het
draaien [±30°], kantelen [0 tot 80°] en de draairichting
[0 tot 360°] aan te passen.
Installatiegids
23