ALARM
Een alarm kan niet ingesteld
worden bij waarden kleiner dan 1%
van het totale bereik.
ALARM sub-menu 1
(INSTELLING SELECTEREN)
ALARM sub-menu 2
(ALARM LIMIETEN INSTELLEN)
De Tornado heeft een akoestisch en visueel alarm. U kunt
limieten ingeven waarbinnen of waarbuiten de waarden
van het gemeten koppel aan moeten voldoen. Worden
deze waarden bereikt dan wordt er een alarmsignaal
afgegeven.
Maximaal 5 sets van alarminstellingen kunnen opgeslagen
worden maar er kan maar 1 set tegelijk gebruikt worden.
Voor het instellen van het alarm drukt u gedurende 2
seconden op de MENU toets totdat het menu in de display
verschijnt. De pijl wijst nu naar ALARM en u kunt dus
meteen de ENTER toets indrukken.
De display geeft weer ALARM OFF en 5 aparte alarmsets,
die allemaal onafhankelijk van elkaar ingesteld en
opgeslagen kunnen worden. De cursor is gepositioneerd
bij de alarmsets die op dat moment gebruikt worden. Is
ALARM OFF geselecteerd, dan staat de cursor daarachter.
Voor het activeren van het alarm positioneert u de cursor
naar het gewenste ingestelde alarm en sluit af met ENTER.
Hiermee krijgt u toegang tot ALARM sub-menu 2. Om
terug te keren naar het hoofdscherm drukt u tweemaal
op ESC. In het hoofdscherm is nu een 'alarmbel' symbool
te zien samen met het nummer van de alarmset die is
ingesteld. Dit betekent dat het alarm is geactiveerd (zie
figuur 7).
De instellingen van de geselecteerde alarmset kunnen
gewijzigd worden door de cursor achter SET te plaatsen en
de ENTER toets in te drukken in ALARM sub-menu 2.
Fig. 7
Alarm symbol met het nummer
van de ingeschakelde alarmsets
Pagina 12