Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Modbus Interface Configuratie; Wat U Nodig Heeft; Masterbus Apparaatadres En Variabele - Mastervolt MasterBus Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MasterBus:
Inhoudsopgave

Advertenties

3 BEDIENING

De Modbus communiceert via MasterBus. Zie www.mastervolt.com voor informatie over MasterBus.
Monitoring
Omschrijving
Status
De Interface kan actief zijn (communiceren), of
standby (inactief).
Configuration
Omschrijving
Taal
Stel de Modbus menutaal in
Apparaatnaam
Elke naam van maximaal 12 karakters
Adres
Nummer om de interface te herkennen
De pariteitscheck van de interface kan worden
Pariteit
ingesteld. None (1 stopbit) betekent geen check
in een 1 stopbit protocol.
Snelheid
Interface communicatiesnelheid in Baud.
Stel een lagere snelheid in als niet alle apparaten
19200 Baud ondersteunen.

4 MODBUS INTERFACE CONFIGURATIE

Dit hoofdstuk beschrijft de configuratie van de Modbus interface voor communicatie tussen het MasterBusnetwerk
en het Modbusnetwerk. De ondersteunde communicatiemode is RTU.
4.1

Wat u nodig heeft

Om de modbus interface te configureren, heeft u behalve de interface zelf nodig:
een Modbuskabel van uw Modbusnetwerk naar de Modbusinterface;
een Windows PC;
MasterAdjust software, gratis te downloaden via www.mastervolt.com;
Mastervolt USB Interface (artikelnummer 77030100).
4.2

MasterBus apparaatadres en variabele

De master van het Modbus network kan op elke afzonderlijke variabele van een MasterBus-apparaat lees- en
schrijfacties toepassen. Voor deze communicatie zijn het MasterBus apparaatadres en de positie van de
variabele nodig.
4.2.1

MasterBus apparaatadres

Dit adres bestaat uit twee variabelen:
IDB (18 bit waarde) en
IDAL (5 bit waarde).
Deze waarden zijn met MasterAdjust uit te lezen.
4.2.2

Positie van de MasterBus apparaatvariabele

De positie van een bepaalde MasterBusvariabele wordt in twee waarden uitgedrukt: Tabnummer (kolom) en
Variabelenummer (rij).
Het Tabnummer hangt samen met de betreffende categorie. Er zijn vier verschillende categorieën:
Monitoring:
Alarm:
History:
Configuration:
Dit nummer moet worden ingevoerd in TabNr om met de juiste categorie te communiceren. Het Variabelenummer
is de index die verbonden is met elke variabele in een categorie. Voer dit nummer in onder Index. U heeft nu de
positie van de MasterBus apparaatvariabele gedefinieerd, waarmee u de Modbus Interface wilt laten
MasterBus-functies
tabnummer 0
tabnummer 1
tabnummer 2
tabnummer 3
Modbus Interface – Gebruikershandleiding
Fabrieksinstellingen Bereik
Idle
Fabrieksinstellingen Bereik
English
INT MB Modbus
1
Even
19200
3
Inactief/
Communiceren
Zie specificaties
Maximaal 12
karakters
1-247
Even, Oneven,
Geen (1 stopbit),
Geen (2 stopbit),
9600, 19200,
115200

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave