MENU 07 - EXCHANGERS
Voorverwar-
ming:
(niet voor
HR85)
geen
Elektrische
Water
Er moet een software-reset (menu 48) worden uit-
•
gevoerd om de wijzigingen op te slaan
MENU 08 - AQS SENSOR
AQS = Air Quality Sensor
Sensor voor
lucht-
kwaliteit
selecteren
ver.1 07-04-20
Naverwarmer:
Without
Electric
Water
WCO
DX
Schakelen
tussen
luchtkwaliteit-
ssensoren
Activering van de modus
waarin het apparaat
testluchtinlaat uitvoert
als AQS-kanaal wordt
gebruikt
Vereiste limietinstelling
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
ADEMEN
Als de ademhalingsmodus is ingeschakeld, wordt het appara-
•
at uitgeschakeld nadat de minimumconcentratie is bereikt en
wordt vervolgens gedurende 15 minuten gedurende 2 minu-
ten bij minimaal ventilatorvermogen geïnhaleerd. Als de con-
centratie de maximale waarde overschrijdt, wordt de ventilatie
opnieuw geactiveerd. Als de max. Limiet wordt niet overschre-
den, het apparaat schakelt weer uit tot de volgende inhalatie.
Er moet een software-reset (menu 48) worden uit-
•
gevoerd om de wijzigingen op te slaan
MENU 09 -Temperature probe
Er kan een temperatuursensor worden geselecteerd om de luchttemperatuur te regelen.
De waarden van de geselecteerde sensor worden gebruikt voor temperatuurregeling en
worden weergegeven op het hoofdscherm van de controller.
Er moet een software-reset (menu 48) worden uit-
•
gevoerd om de wijzigingen op te slaan
Toevoerkanaal:
De unit wordt geregeld door de toevoerluchttemperatuursensor naar het object.
Geschikt voor installaties waar dezelfde toevoerluchttemperatuur naar de kamers
nodig is en in individuele kamers naar behoefte verder kan worden aangepast. Er is
geen lokale oververhitting. Geschikt voor ventilatie in meerdere zones. Bij deze in-
stelling reageert het apparaat snel op temperatuurveranderingen. LET OP: Met deze
instelling kunnen de MAX- en MIN-kanaalgrenswaarden niet worden gedefinieerd.
De maximale limiet in het kanaal is de gewenste temperatuur. De minimumtempe-
ratuur is ingesteld op 15 ° C. (voor de aanpassing is het mogelijk om naar de sensor
van het uitlaatkanaal te gaan, de limiet aan te passen en de sensor naar de toevoer te
veranderen - de MIN-waarde wordt gerespecteerd volgens de instellingen).
Afzuigkanaal:
De unit wordt bestuurd door de temperatuursensor van de afvoerlucht van het ob-
ject. Geschikt voor installaties waar het nodig is om de gemiddelde afvoerluchttem-
peratuur te bewaken en de toevoerluchttemperatuur aan te passen om comfort in
het gebouw te bereiken. Geschikt voor mono-zone ventilatie waar toevoerlucht één
kamer beïnvloedt. Bij deze instelling reageert het apparaat langzamer op de tempe-
ratuurverandering. De toevoerluchttemperatuur ligt tussen de minimale en maxima-
le toevoerluchttemperatuur.
Kamer:
De unit volgt de temperatuursensor die in de kamer is geïnstalleerd. Geschikt voor
installaties waar het nodig is om de lokale kamertemperatuur te bewaken en de to-
evoerluchttemperatuur aan te passen om kamercomfort te bereiken. Geschikt voor
monozone ventilatie, waarbij de toevoerlucht één ruimte beïnvloedt. De toevoer-
luchttemperatuur ligt tussen de minimale en maximale toevoerluchttemperatuur.
Volgens de instelling in menu 10 - LEVERINGSBEPERKINGSGRENZEN.
7