FagronLab™ RVC1
Reinigingsmodi
Druk op de 'CLEAN'-knop om te beginnen te reinigen. U kunt de reinigingsmodus alleen selecteren wanneer de robot aan het
schoonmaken is. Druk op de 'MODE'-knop op de afstandsbediening om de reinigingsmodus te selecteren. Het modustype
verschijnt als volgt op de LEDdisplay met 4 cijfers van de robot:
•
1111:
Plaatselijke reinigingsmodus
•
2222: Automatische reinigingsmodus
•
3333: Randreinigingsmodus
•
4444: Reinigingsmodus met zigzagpatroon
Plaatselijke reinigingsmodus
•
De robot activeert in de volgende omstandigheden de plaatselijke reinigingsmodus:
1. Wanneer hij een vuile zone in het lab detecteert.
2. Wanneer u op 'SPOT' op de afstandsbediening of op 'SPOT' op de robot drukt.
Automatische reinigingsmodus
•
In deze modus reinigt de robot de zone automatisch en past hij zijn
reinigingsmodus aan de omgeving aan.
Opmerking: Druk op 'ON/OFF' op de afstandsbediening of op 'CLEAN' op de robot.
Randreinigingsmodus
•
Druk in de reinigingsmodus op de 'MODE'-knop om de randreinigingsfunctie te
selecteren. De robot reinigt dan langs de muren en obstakels.
Reinigingsmodus met zigzagpatroon
•
De robot gaat in de reinigingsmodus met zigzagpatroon staan wanneer hij
een open ruimte of een omgeving met minder obstakels detecteert. Dit is
de aanbevolen reinigingsmodus voor laboratoria en wanneer u de UV- of de
dweilfunctie wilt toepassen.
FagronLab™ RVC1 – Handleiding | 13