4. Instructies voor het bedienen van het apparaat
4.1 Interface instellen en beschrijving van de knoppen
Aan/uit-knop
4.2 Het apparaat inschakelen en uitschakelen
1. Om het apparaat in te schakelen, drukt u op de aan/uit-knop. Het apparaat
gaat direct naar de Coltene vijlsystemen.
De Coltene vijlsystemen zijn al vooraf in het apparaat ingesteld om het gebruik te
ondersteunen en te vergemakkelijken, waarbij parameters vooraf zijn ingesteld
volgens de aanbevelingen van Coltene.
Gecombineerde bedieningsinterface motor en
apexlocator
a. Indicatiebalk voor vijlprogressie
b. Indicatiecijfer voor vijlprogressie
De cijfers 1,0, 2,0, 3,0 (a) en de cijfers '00'-'16' (b)
geven geen absolute lengte aan. Dit is slechts
een indicatie van de relatieve vijlpositie ten
opzichte van het foramen apicale. Deze cijfers
worden gebruikt als hulpmiddel van het bepa-
len van de werklengte.
c. Foramen apicale (FA)
Het digitale cijfer '00' (b) geeft aan dat de vijl
het foramen apicale heeft bereikt. De digitale
cijfers '-1' en '-2' (b) geven aan dat de vijl het
foramen apicale is gepasseerd.
Apexlocator-bedieningsinterface (EAL-modus)
a. Gebruikersprogramma (M0-M9)
b. Batterijniveau
c. Indicatiebalk voor vijlpositie
d. Apicaal referentiepunt
e. Motorbedieningsmodus
Instelknop 'P'
Display
Verstelknop '+'
Verstelknop '–'
15