3. Bedieningsmodi van het apparaat en displayinterface
3.1 Motormodi
3.1.1 CW-bedieningsmodus (continu rechtsom draaiend)
In deze modus draait het motorhandstuk alleen rechtsom (vooruit).
3.1.2 CCW-bedieningsmodus (continu linksom draaiend)
In deze modus draait het motorhandstuk alleen linksom (achteruit). In deze mo-
dus klinkt continu een dubbel piepsignaal.
3.1.3 REC-bedieningsmodus (reciproke beweging)
In deze modus maakt het motorhandstuk alleen een reciproke beweging (heen
en weer) (F: voorwaartse hoek, R: achterwaartse hoek).
3.1.4 ATR-bedieningsmodus (Adaptive Torque Reverse/adaptieve torsie-omkeer-
modus)
In deze modus draait het motorhandstuk linksom en zorgt voor een reciproke
(heen en weer gaande) beweging, wanneer de torsiebelasting op de vijl hoger is
dan de ingestelde maximale torsie.
3.2 Bedieningsmodus Apexlocator
EAL-bedieningsmodus (Elektronische Apexlocator)
Deze modus is alleen bedoeld voor het bepalen van de werklengte.
In deze modus loopt het motorhandstuk niet.
13