Transaxle-olie/Hydraulische
vloeistof controleren
Het reservoir van de transaxle is gevuld met Dexron II1
ATF. U moet echter het peil controleren voordat u machine
voor de eerste keer in gebruik neemt en daarna om de
8 bedrijfsuren of dagelijks. De inhoud van het systeem
7 liter.
1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak.
2. Maak de omgeving van de peilstok schoon.
3. Schroef de peilstok uit de bovenkant van de transaxle en
veeg deze af met een schone doek.
Figuur 17
1. Peilstok
4. Steek de peilstok in de transaxle. Let erop dat de peilstok
er volledig in schuift. Haal de peilstok uit de transaxle en
controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil moet tot
aan de bovenkant van het platte deel van de peilstok
staan. Als het peil te laag is, vult u voldoende vloeistof
bij totdat de vloeistof het vereiste peil bereikt.
1
De olie van het
voordifferentieel controleren
Uitsluitend bij vierwielaandrijving
Het differentieel is gevuld met 10W30 olie. Controleer het
oliepeil om de 100 bedrijfsuren of maandelijks. De inhoud
van het systeem 0,95 liter.
1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak.
2. Reinig de omgeving van de vul-/controleplug op de
zijkant van het differentieel.
3. Verwijder de vul-/controleplug en controleer het
oliepeil. Het oliepeil moet tot aan de opening staan. Als
het oliepiel te laag is, moet u bijvullen met 10W30 olie.
4. Plaats de vul-/controleplug terug.
3
Figuur 18
1. Voordifferentieel
2. Vul-/controleplug
Torsie van wielmoeren
controleren
Waarschuwing
Indien de wielmoeren niet steeds zijn aangedraaid
met de correcte torsie, kan dit leiden tot defecten
of verlies van het wiel, waardoor lichamelijk letsel
kan worden veroorzaakt.
De torsie van de moeren van de voorwielen en de
bouten van de achterwielen moet 75–102 Nm
bedragen. Haal de moeren aan na 1–4 bedrijfsuren
en nog eens na 10 bedrijfsuren. Haal de
wielmoeren daarna om de 200 bedrijfsuren aan.
27
1
2
3. Aftapplug