Inbedrijfstelling
6
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Materiële schade door oververhitting!
Door oververhitting kunnen elektrische onderdelen van de toebehoren-
beschadigd raken.
▶ Ventilatiesleuven op toebehoren niet afdekken.
▶ Waarborg, dat de kogelkranen ( hoofdstuk 3.1, pagina 9) zijn ge-
opend.
▶ Terugslagklep (terugstroom verhinderen) openen
( hoofdstuk 7.1, pagina 18).
▶ Vul de installatie en controleer deze op dichtheid.
▶ Waarborg, dat de BUS-kabel is aangesloten.
▶ Schakel alle BUS-deelnemers in.
▶ Sluit de netstekker aan.
▶ Ontlucht de installatie via de cv-circuits.
▶ Sluit de terugslagklep (verhinderen terugstromen) weer.
▶ Stel de juiste pomptrap in.
▶ Controleer de draairichting van de mengkraan.
▶ Controleer de goede bevestiging van de sensor en het gebruik van
warmtegeleidingspasta.
De codeerschakelaars op de module MM200 zijn al vooringesteld. Bij
meer dan twee cv-circuits moeten de codeerschakelaars voor de circuits
≥ 3 overeenkomstig worden ingesteld.
▶ Start op de regelaar van de warmteproducent de automatische confi-
guratie.
▶ Stel de installatiecomponenten in op de individuele warmtevraag
bijv. temperatuur- en tijdprofiel ( bedieningshandleiding van de
geïnstalleerde bedieningseenheid).
7
Bedieningselementen
7.1
Kogelkranen en terugslagkleppen
De cv-snelmontageset is in de aanvoerkogelkranen uitgevoerd met een
geïntegreerde terugslagklep.
2
1
Afb. 23 Kogelkranen
[1]
Kogelkraan, retour
[2]
Kogelkraan met terugslagklep, aanvoer
De terugslagklep mag alleen tijdens het vullen of aftappen van de cv-in-
stallatie zijn geopend.
18
▶ Voer de instelling van de terugslagklep uit met de kogelkranen con-
form de tabel hierna.
Kogelkraan, retour
Kogelkraan, aanvoer Geopend
Tabel 12 Instellingen van de kogelkranen
Afb. 24 Instellingen van de kogelkranen, aanvoer
Voor onderhoudswerkzaamheden de vier kogelkranen sluiten. De cv-in-
stallatie hoeft niet te worden afgetapt.
7.2
Pomp
Omdat er een terugslagklep in de leiding is gemonteerd, moet de pomp
zodanig ingesteld worden, dat de minimale druk van de pomp altijd gro-
ter is dan de sluitdruk van de klep.
Pompblokkeerbeveiliging
De aangesloten pomp wordt bewaakt en na 24 uur stilstand gedurende
korte tijd gestart. Daardoor wordt het vastzitten van de pomp voorko-
men.
1
2
0010041419-001
Instelling
Functie
Geopend
Bedrijfsinstelling
Gesloten
Geen doorgang, voor onder-
houdswerkzaamheden.
Bedrijfsinstelling
In 45°-stand
Instelling bij vullen en ontluch-
ten van de installatie en bij het
aftappen: terugslagklep is ge-
opend.
Gesloten
Geen doorgang, voor onder-
houdswerkzaamheden.
90°
HSM2 – 6721821628 (2021/11)
45°
0010041428-001