▶ Afdekking van de temperatuurbewaking weer monteren en borgen.
2.
Afb. 19 Temperatuur instellen
5.4
Elektrische aansluiting
5.4.1
Aansluiting BUS-deelnemer
Busdeelnemers worden aangesloten via de 2-aderige BUS-kabel
( afb. 8, pagina 9 en afb. 9, pagina 10).
▶ Voedingsspanning naar de BUS-deelnemers inschakelen
( hoofdstuk 6, pagina 18).
▶ Gebruik voor de BUS-kabel vanaf de regelaar naar andere BUS-deel-
nemers een elektrotechnische kabel, die minimaal aan uitvoering
H05 VV-... (NYM-I...) voldoet.
toegestane kabellengten van warmteproducent met EMS2 met BUS-
techniek naar regelaar:
Kabellengte [m]
≤ 80
≤ 100
≤ 150
≤ 200
≤ 300
Tabel 11 Toegestane kabellengten
Om inductieve invloeden te vermijden:
▶ Alle laagspanningskabels van 230 V of 400 V kabels gescheiden in-
stalleren (minimale afstand 100 mm).
▶ Bij inductieve externe invloeden de kabels afgeschermd uitvoeren
(bijv. krachtstroomkabels, bovenleiding, trafostations, radio- en TV-
toestellen, amateurzenders, magnetrons enz.).
Wanneer de aderdiameters van de BUS-kabels verschillend zijn:
▶ BUS-kabels via een verdeeldoos aansluiten.
HSM2 – 6721821628 (2021/11)
3. 3. 3.
1.
0010041410-001
2
Doorsnede [mm
]
0,40
0,50
0,75
1,00
1,50
2
B
B
B
100 mm
Afb. 20 Aansluitingen BUS-kabel via verdeeldoos (A)
5.4.2
Uitvoeren netaansluiting
De netaansluiting wordt uitgevoerd via een netstekker
( afb. 8, pagina 9) op een genormeerde contactdoos.
▶ Technische gegevens ( hoofdstuk 4.2, pagina 11) en elektrische
aansluitschema's ( hoofdstuk 5.4.3, pagina 16) aanhouden.
▶ Netstekker aansluiten ( hoofdstuk 6, pagina 18).
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Een defecte of beschadigde netkabel kan een elektrische schok of mate-
riële schade veroorzaken.
Een defecte of beschadigde netkabel met stekker mag uitsluitend door
een vakman voor elektrotechnische installaties worden vervangen.
▶ Netkabel door een kabel van het type H05VV-F 3x1 mm
▶ Gebruik de aanwezige trekontlasting in de moduleMM200.
Installatie
A
2
2
B
B
B
B
B
B
100 mm
2
vervangen.
15