3 Uw toestel
Voorwaarde voor het werken met een inductiekookveld is het gebruik van kookge-
rei met een over het gehele vlak of volledig magnetiseerbare bodem.
3.4
Panherkenning
Iedere kookzone is voorzien van panherkenning. Deze herkent voor inductie geschikt
kookgerei met een magnetiseerbare bodem.
▪ Als het kookgerei vóór gebruik op een kookzone wordt geplaatst, brandt op het bijbe-
horende display .
▪ Als het kookgerei tijdens gebruik wordt verwijderd of als ongeschikt kookgerei wordt
gebruikt,
– knippert het gekozen vermogensniveau afwisselend met .
▪ Als bij een ingesteld vermogensniveau binnen 10 minuten geen kookgerei op de
kookzone wordt herkend,
– wordt de kookzone uitgeschakeld.
– wordt het toestel na 10 seconden uitgeschakeld als geen andere kookzone inge-
schakeld is.
3.5
Flexibel koken
Bij het flexibele koken zijn er geen gemarkeerde kookzones.
Pannen met verschillende diameters kunnen op elke zone worden geplaatst. Voor de
panherkenning moet
Voor een gelijkmatig resultaat bij het braden moet de pan gecentreerd op
den gezet. De diameter van de bodem van de pan mag niet groter zijn dan de dia-
meter van de kookzone.
Als een grote pan beide cirkels bedekt, kunnen beide verwarmingsgebieden met
de brugfunctie samengeschakeld worden.
3.6
Kookgerei
Geschikt kookgerei
Uitsluitend kookgerei met een magnetiseerbare bodem (ø12,5–22 cm) is geschikt voor
het koken op een inductiekookveld.
De geschiktheid kan op de volgende manieren gecontroleerd worden:
▪ Een magneet blijft aan ieder punt van de bodem van het kookgerei vastzitten.
▪ Bij het kookveld brandt alleen het ingestelde vermogensniveau.
Geen ongeschikt kookgerei met behulp van hulpmiddelen zoals metalen schijven
e.d. verhitten. Dit kan het kookveld beschadigen.
Sandwichbodem
Capsulebodem
Materiaal
bestaande uit
meerdere lagen
10
echter bedekt zijn.
wor-