nl
13 Reiniging en onderhoud ........ 108
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging........................ 108
13.2 Apparaat schoonmaken ....... 108
13.3 De dooiwatergoot en het af-
voergat reinigen.................... 109
13.4 Onderdelen eruit halen......... 109
14 Storingen verhelpen .............. 110
15 Opslaan en afvoeren.............. 112
15.1 Apparaat buiten gebruik
stellen ................................... 112
15.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat ................................... 113
16 Servicedienst.......................... 113
16.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD) ......... 114
17 Technische gegevens............ 114
90