Schaeffler Technologies
7. De magnetische temperatuursensor
■ De temperatuursensor wordt bij de inductieverwarmer
geleverd en kan als reserveonderdeel worden nabesteld.
■ U gebruikt de magnetische temperatuursensor (sensor) altijd
tijdens verhitten met een van de "temperatuur functies".
■ De sensor kan gebruikt worden als hulpmiddel voor
temperatuurcontrole tijdens verhitten met de "tijdfunctie".
■ De sensor is geschikt voor een maximale temperatuur van
240ºC (464°F).
■ Bij temperaturen boven de 240ºC (464°F) verbreekt de
verbinding tussen de magneet en de sensor. De verhitter
schakelt vanzelf uit wanneer de sensor geen
temperatuurtoename waarneemt.
■ Er zijn speciale klemsensoren verkrijgbaar voor niet-
magnetische werkstukken.
■ Let op dat de sensor en het werkstuk oppervlakte goed
schoon zijn.
■ Plaats de sensor T1 altijd op een vlak deel zo dicht mogelijk
bij de boring. Sluit de sensor aan door de steker in de
contrasteker te plaatsen (in de behuizing). Let hierbij op dat –
en + van de steker en de contrasteker corresponderen. Indien
gewenst kan een tweede sensor T2 gebruikt worden voor extra
controle of het bewaken van een temperatuursverschil ΔT
tussen 2 punten op het werkstuk.
25