1.2
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel, zoals beschreven
in hoofdstuk "3. Beschrijving van het bedieningspaneel", waarmee alle
handelingen noodzakelijk voor het inschakelen, uitschakelen en de
programmering kunnen worden uitgevoerd.
Alvorens
controleren of:
•
de waterkraan geopend is;
•
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
•
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
•
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
•
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
•
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
INSCHAKELING
Wanneer u de ON/OFF (1) knop indrukt wordt de vaatwasser ingeschakeld.
PROGRAMMERING
Het programmeren is uitsluitend mogelijk bij een gesloten deur.
PROGRAMMAKEUZE
Druk de PROGRAMMAKEUZEKNOP (2) meerdere malen in tot het
controlelampje, dat hoort bij het gewenste programma, gaat branden.
Wanneer u de programma's doorbladert zal de INFORMATIEDISPLAY (9)
de voorziene duur van ieder programma tonen en zullen de
FASEN/PROGRAMMA controlelampjes (5) de voorziene wasfasen
aangeven.
10
Instructies Voor de Gebruiker
Wasprogramma's
een
wasprogramma
te
starten
moet
u