... Tips rondom het drogen
Algemene tips
Gebruik bij het wassen zomogelijk geen wasverzachter of andere textielon-
derhoudsmiddelen. Het wasgoed voelt door het machinale drogen auto-
matisch zacht en wollig aan.
Door het gebruik van wasverzachter bij het wassen kan zich mettertijd een
dun, nauwelijks zichtbaar laagje op de droogtrommel en de vochtigheids-
sensoren vormen. Dit kan leiden tot functiestoringen, zodat de gewenste
droogheidsgraad niet meer kan worden bereikt.
Gebruik reinigingsdoekjes zomogelijk spaarzaam.
Centrifugeer het wasgoed goed vorr het drogen.
Goed gecentrifugeerd wasgoed heeft minder droogtijd nodig en bespaart
energie. Kreukvouwen die bij het centrifugeren ontstaan worden verre-
gaand verwijderd bij het drogen in het toestel.
Sorteer stukken wasgoed op soort en grootte.
Kleine, lichte stukken wasgoed drogen sneller.
Bescherm stukken wasgoed tegen beschadiging.
Knoop beddengoed en kussens dicht. Sluit ritssluitingen, haakjes en oog-
jes. Bind ceintuurs en schortenband samen.
Bij het drogen van textiel dat gemakkelijk kreukt moet u de droogtrommel
maar voor een gedeelte vullen.
Met name bij volumineuze wasstukken (bv. slaapzakken, duvets, etc.) die-
nen de wassymbolen op de labels in acht te worden genomen.
Vooral bij wol en zijde is het belangrijk acht te slaan op de wassymbolen
op de labels van de stukken wasgoed. Wol en zijde worden vaak aange-
duid als niet machinaal droogbaar.
Bij strijkvrij textiel (bv. hemden of katoenen gemengde weefsels) kunt u de
extra functie «Behoedzaam» kiezen met toets
maar ten dele vullen.
Gebreid goed (bv. T-shirts) krimpt gemakkelijk. Kies de extra functie «Be-
hoedzaam» met toets
Kledingstukken met metalen gespen (bv. tuinbroeken) moeten met de
functie «Tijdelijk drogen» worden gedroogd. De metalen gespen kunnen in
het automatische programma er toe leiden dat de stukken wasgoed te
sterk worden gedroogd.
.
en de droogtrommel
41