NL
Na enkele ogenblikken verschijnt het volgende scherm op het display:
2)
Druk op een van de twee verlooptoetsen: het volgende scherm verschijnt (selecteer ON om te activeren):
3)
Druk meermaals op de toets Menu om het venster te verlaten tot het beginscherm opnieuw verschijnt.
Door T.AMBIENT ON in te stellen tijdens de werkingsfasen, is op het display de afbeelding te zijn van een bakje met daarnaast de
temperatuur die door de sonde wordt gemeten. Verder is er in de rechter hoek van het display een afbeelding van een thermometer
met daarnaast de richttemperatuur voor de kamer, zoals in het volgende scherm voorgesteld:
U kunt de richttemperatuur van de kamer op elk ogenblik aanpassen via het beginscherm door op de verlooptoetsen te drukken.
Om de T.AMBIENT-functie te deactiveren, volstaat het om de handelingen 1 en 2 van deze paragraaf opnieuw uit te voeren en deze
keer het commando OFF te selecteren. De functie wordt onmiddellijk gedeactiveerd.
AANDACHT: Als de sonde niet op het toestel is aangesloten of onderbroken is, dan is het niet mogelijk om deze functie
te activeren.
Besteed bijzondere aandacht aan het aantal cycli voor inschakeling en uitschakeling waaraan het toestel met deze
functie wordt onderworpen. Het is aanbevolen om niet meer dan drie cycli voor inschakeling en uitschakeling te voorzien.
In geval van frequente en herhaaldelijke inschakelingen, kan het voorvallen dat de generator niet aan gaat en een
foutmelding weergeeft: "Failed start – Clean burner". De weergave van dit bericht is niet te wijten aan een defect van het
product, maar aan de noodzaak om de vuurpot te reinigen, zoals aangegeven in het hoofdstuk van deze handleiding
onder de paragraaf: "Storingen – Mogelijke oorzaken – Oplossingen".
AANDACHT: Als de uurprogrammering geactiveerd is (op het display is een afbeelding van een klok zichtbaar), dan volgt
het toestel uitsluitend de ingestelde tijdstippen voor ON en OFF. Geen enkele warmteaanvraag van de omgeving wordt
door het toestel in beschouwing genomen buiten het geprogrammeerde uurinterval, en op het display verschijnt het
opschrift WAIT TIME of NO PROGRAM.
AANDACHT: Als het toestel eventueel op een externe chronothermostaat is aangesloten, dan zal het toestel die op
exclusieve wijze volgen. Geen enkele warmteaanvraag van de omgeving wordt door het toestel in beschouwing genomen
als de externe chronothermostaat geen toestemming geeft en op het display verschijnt het opschrift WAIT TIME.
AANDACHT: Het toestel beheert de omgevingssonde met een hysteresis van 2°C. Dit betekent dat als de gebruiker
bijvoorbeeld 22°C als richttemperatuur instelt, het toestel zijn vermogen op minimum brengt wanneer deze temperatuur
wordt bereikt, on uitschakelt wanneer de temperatuur 24°C bedraagt. Het schakelt pas opnieuw in wanneer deze
temperatuur onder 20°C daalt, op het vermogen dat voordien door de gebruiker werd bepaald.
AANDACHT: De omgevingssonde niet in de buurt van mogelijke warmte- of koudebronnen opstellen, omdat die op een
bepaald moment de waarneming van de temperatuur door de sonde kunnen beïnvloeden.
Wanneer is het belangrijk om de T.AMBIENT-functie te gebruiken?
Bij installaties die geconfigureerd zijn zoals in het schema hiernaast, waar het toestel
rechtstreeks op de installatie is aangesloten.
In dit geval stuurt de omgevingssonde het toestel aan om in en uit te schakelen op basis
van de ingestelde temperatuur.
Als de woning met zonekleppen is uitgerust, dan is het met dit installatietype verplicht
om deze kleppen uit te sluiten door ze in de stand volledig geopend te zetten.
Er moet dus een afvoer van warmte worden verzekerd van minstens gelijk of hoger dan
het minimale vermogen afgegeven aan het water van het toestel.
Pag 29
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
PIDRA 14
Legenda
TAMBIENT
Legende
Omgevingssonde