7.2 ONDERHOUD EN VERZORGING
a) ONDERHOUD
Alle onderhoudswerkzaamheden aan de kettingzaag die niet in deze handleiding zijn beschreven, mogen alleen
door bevoegd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd.
De werking van de kettingrem controleren
Test regelmatig de werking van de kettingrem. Voer een test van de kettingrem uit vóór de eerste snede en na
uitgebreide sneden.
Onderhoud van de kettingrem.
Test de kettingrem als volgt:
◼
Plaats de zaag op een vrij, stevig en vlak oppervlak.
◼
Start de motor.
◼
Pak de achterste handgreep vast met je rechterhand.
◼
Houd de voorste handgreep (Fig. 1/Pos. 4) met uw linkerhand vast (niet de
kettingremhendel/voorste handbeschermer/Pos. 3).
◼
Bedien de gashendel (Afb. 1/Pos. 7) en vervolgens onmiddellijk de kettingremhendel (Afb. 1/Pos. 3).
Bedien de kettingrem langzaam en weloverwogen. Zorg ervoor dat de zaagketting niets raakt.
en dat de zaag niet naar voren kantelt.
◼
De zaagketting moet abrupt stoppen. Laat in dat geval de gashendel onmiddellijk los.
gaan.
Als de zaagketting niet stopt, de motor afzetten en de machine naar het dichtstbijzijnde erkende
servicecentrum brengen.
◼
Als de kettingrem goed werkt, stopt u de motor en zet u de kettingrem terug in de stand
GESLOTEN.
Luchtfilter (Fig. 25)
Gebruik de kettingzaag nooit zonder luchtfilter. Stof en vuil zullen in de motor worden gezogen en deze
beschadigen. Houd de luchtfilter schoon! Het luchtfilter moet na elke 20 bedrijfsuren worden gereinigd of
vervangen.
Luchtfilter reinigen
◼
Verwijder het luchtfilterdeksel (G) door de clip te verwijderen.
◼
Open de luchtfilterklep (H).
◼
Verwijder het luchtfilter
◼
Maak het luchtfilter schoon. Was het filter in een schoon, warm zeepwater. Spoel het in helder, koel
water. Laat volledig drogen aan de lucht voordat u het weer in elkaar zet. Het is raadzaam een
voorraad reservefilters aan te houden.
◼
Plaats het luchtfilter.
Bougie (Afb. 26 / 27)
Om ervoor te zorgen dat de motor van de zaag zijn vermogen behoudt, moet de bougie schoon zijn en de
juiste elektrodenafstand hebben (0,6-0,7 mm). De bougie moet na elke 20 bedrijfsuren worden gereinigd of
vervangen.
◼
Trek de bougiedop (I) van de bougie af door er tegelijkertijd aan te trekken en te draaien.
◼
Verwijder de bougie met de meegeleverde bougiesleutel (19). GEBRUIK GEEN ANDER
GEREEDSCHAP.
Maak de bougie schoon met een koperdraadborstel en monteer hem opnieuw of monteer een nieuwe
◼
bougie.
Instellingen carburateur en stationair toerental
32