o) Belangrijke opmerkingen
•
Werk langzaam en houd de zaag met beide handen stevig vast. Zorg dat je stevig staat en in balans bent.
•
Kijk uit voor terugwijkende delen van de boom. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van kleine delen
van de boom. Flexibel materiaal kan verstrikt raken in de zaagketting en in uw richting worden geslingerd
of u uit balans brengen.
•
Kijk uit voor terugwijkende delen van de boom. Dit geldt vooral voor gebogen of gestreste takken. Vermijd
contact met de tak of de zaag wanneer de spanning van het hout wordt losgelaten.
•
Houd uw werkgebied vrij. Maak het pad vrij van takken zodat je er niet over struikelt.
p) Snoeien
•
Begin niet te snoeien voordat de boom is geveld. Alleen dan kunt u de kap veilig en goed uitvoeren.
•
Laat grotere takken onder de gevelde boom liggen en gebruik ze als steun terwijl u verder werkt.
•
Begin aan de voet van de omgehakte boom en werk naar de top. Verwijder kleinere delen van de
boom met één snede.
•
Zorg ervoor dat de boom altijd tussen u en de zaag staat.
•
Verwijder grotere, dragende takken volgens de methode uit het hoofdstuk "Verdeling van stammen zonder
steunen".
•
Verwijder altijd kleine, vrijhangende delen van de boom met een topsnede. Ze kunnen in de zaag
vallen of vastlopen als u een ondersnijding maakt.
q) Trimmen (Fig. 24)
Snoei alleen takken op of onder schouderhoogte. Snoei nooit takken boven schouderhoogte. Laat dit werk
over aan een professional.
•
Voor de eerste snede (pos. 1), snijd 1/3 van de weg in het onderste deel van de tak.
•
Gebruik vervolgens de tweede snede (pos. 2) om de tak helemaal door te snijden. De derde snede
(pos. 3) is een tipsnede, waarmee u de tak scheidt tot 2,5 à 5 cm van de stam.
7. REINIGING, ONDERHOUD EN SERVICE
7.1 SCHOONMAKEN
Druk op de stopschakelaar (fig.1 / item 14) voordat u reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uitvoert!
Schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren
◼
Het apparaat moet na elk gebruik grondig worden gereinigd. Dit geldt met name voor de ketting
en het zaagblad.
Houd de ventilatieopeningen en de motorbehuizing zo vrij mogelijk van vuil en stof. Veeg het
◼
apparaat af met een schone, vochtige doek of blaas het af met perslucht onder lage druk.
◼
De eenvoudigste manier is om zaagsel en houtkrullen onmiddellijk na gebruik te verwijderen.
◼
Maak het apparaat regelmatig schoon met een vochtige doek en een beetje zachte zeep. Gebruik
geen schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen; deze kunnen de plastic onderdelen van het toestel
aantasten. Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat kan komen.
31