2) Brandstof vullen/controleren (Fig. 11)
Zet de motor altijd uit voordat u gaat tanken. Vul nooit brandstof in een machine met een draaiende of hete
motor. Tank alleen buiten. Als de motor heet is, laat hem dan ten minste vijf minuten afkoelen voordat u gaat
tanken. Ga ten minste 3 m van het tankpunt vandaan voordat u de motor start. Rook niet en blijf uit de buurt
van open vuur en vonken.
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot brand en ernstig letsel.
a) Plaats het toestel zo dat de brandstoftank (10) naar boven gericht is.
b) Verwijder de tankdop
c)
Vul voorzichtig met loodvrije brandstof zonder te veel te vullen. Laat ongeveer 5 mm ruimte tussen de
bovenrand van de brandstof en de binnenrand van de tank om uitzetting mogelijk te maken.
d) Draai de tankdop stevig vast.
e) Veeg gemorste brandstof op.
Het is normaal dat de motor rook afgeeft tijdens en na het eerste gebruik.
Als de snijeenheid stationair blijft draaien, neem dan contact op met het erkende servicecentrum om het
stationair toerental correct in te stellen.
Wanneer de motor stationair draait, mag de snij-inrichting in geen geval draaien!
B 6 i
tt3e merkt op dat de wettelijke voorschriften inzake lawaaibestrijding van plaats tot plaats verschillen.
.
kan.
⚫
Controleer voor elk gebruik
⚫
Het brandstofsysteem mag niet lekken
of de apparatuur in goede staat verkeert en of de veiligheids- en
⚫
snijvoorzieningen compleet zijn.
⚫
Alle schroeven moeten stevig worden aangedraaid.
Dat alle bewegende delen soepel functioneren.
⚫
⚫
Koude motor starten (fig. 12 / 13)
⚫
Bedien de kettingremhendel (3) voordat u wegrijdt.
⚫
Zet de stopschakelaar (14) op "I" (ON).
⚫
Trek de choke (9) helemaal uit totdat deze vastklikt.
⚫
Druk 6 tot 8 keer op de ontluchtingsbel van de brandstofpomp (8).
⚫
Plaats de kettingzaag op een stevige, vlakke ondergrond. Houd de kettingzaag stevig vast zoals
afgebeeld.
Trek aan de starthendel
(16) snel 2 keer. Kijk uit voor de bewegende ketting!
⚫
Druk de choke (9) zo ver mogelijk in.
⚫
Houd de zaag stevig vast en trek 4 keer snel aan de starthendel (16). De motor zou moeten starten.
Laat de startgreep (16) nooit terugklikken als hij is uitgetrokken. Dit kan schade veroorzaken.
Trek altijd langzaam aan de starthendel (16) (tot u de eerste weerstand voelt) voordat u er snel aan trekt
om de motor te starten.
Zorg ervoor dat de starthendel (16) niet vanzelf terugklikt.
Als de motor ook na verschillende pogingen niet start, lees dan het hoofdstuk "Problemen oplossen".
Trek de starthendel (16) altijd in een rechte lijn uit. Als het schuin wordt uitgetrokken, ontstaat er wrijving op het
oogje.
Door deze wrijving zal de starthandgreep (16) rafelig worden en sneller slijten. Houd de
Het volgende:
hebben vlekken.
23