6 Elektrische aansluiting
Werkwijze:
1. Zorg ervoor dat de leidingbeveiligingsschakelaar van alle drie de fasen is uitgeschakeld en
tegen opnieuw inschakelen is beveiligd.
2. Controleer of een aardlek aanwezig is in de PV-generator.
3. Controleer of de DC-connectoren de juiste polariteit hebben.
Als de DC-connector met een DC-kabel van een verkeerde polariteit is verbonden, moet de
DC-connector opnieuw worden geconfigureerd. Daarbij moet de DC-kabel altijd dezelfde
polariteit hebben als de DC-connector.
4.
Brandgevaar bij aansluiting van verkeerd gepoolde DC-kabels met
geïntegreerde stringzekering
Bij de aansluiting van verkeerd gepoolde DC-kabels met geïntegreerde stringzekering op
een aansluitklem kan brand ontstaan. Lichamelijk letsel door verbranding en beschadiging
van de omvormer kunnen het gevolg zijn.
• Alle DC-kabels met geïntegreerde stringzekering op correcte polariteit controleren.
5. Zorg ervoor dat de nullastspanning van de PV-generator niet de maximale ingangsspanning
van de omvormer overschrijdt.
6. Sluit de geconfectioneerde DC-connectoren aan op de omvormer.
☑ De DC-connectoren klikken hoorbaar vast.
7. Druk de klembeugel bij de niet benodigde DC-connectoren naar beneden en schuif de
wartelmoer naar de schroefdraad
8. Steek de afdichtpluggen in de DC-connector.
9. Steek de DC-connectoren met afdichtpluggen in de
bijbehorende DC-ingangen op de omvormer.
☑ De DC-connectoren klikken hoorbaar vast.
10. Controleer of de DC-connectoren met afdichtpluggen stevig vastzitten.
32
STP15-25TL-30-BE-nl-17
VOORZICHTIG
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding