Maateenheid instellen
•
Druk op de toets (E), tot u de gewenste
maateenheid heeft bereikt.
Meetwaarde toevoegen/aftrekken
(fi g. 11)
Aanwijzing!
U kunt omschakelen tussen optellen en af-
trekken door op de toets Optelling (F) of de
toets Aftrekking (C) te drukken.
1. Druk op de toets Inschakelen/Meten (A)
om een afstandsmeting uit te voeren.
2. Druk op de toets Optelling of Aftrek-
king. Het symbool Optelling of Aftrek-
king verschijnt op het display (2) van de
laser.
3. Druk nog eens op de toets Inschakelen/
Meten (A) om de tweede afstandsme-
ting uit te voeren.
De tweede meetwaarde wordt automa-
tisch bij de eerste meetwaarde opgeteld
resp. ervan afgetrokken, al naargelang
u de optelling of de aftrekking heeft
ingesteld. U kunt dit proces herhalen zo
vaak u wilt.
D_LEM_40_1_EX_NL_SPK7.indb 14
D_LEM_40_1_EX_NL_SPK7.indb 14
N
Meetproces annuleren/Meetgegevens
verwijderen
•
Druk op de toets Uitschakelen (D)
tijdens het meetproces om dit te annu-
leren en om de gemeten gegevens te
verwijderen.
Meetverloop laten weergeven
1. Druk meermaals op de toets Optelling
of Aftrekking om na elkaar de laatste 20
meetgegevens te laten weergeven.
De meetgegevens worden nu in omge-
keerde volgorde weergegeven.
2. Druk eenmaal op de toets Inschakelen/
Meten (A) om de indicatie van het
meetverloop te beëindigen.
Referentiepunt instellen
•
Druk op de toets Referentiepunt (B) om
te wisselen tussen de referentiepunten
'Voorkant' , 'Achterkant' (afb. 12a) en
'Eindstuk' (afb. 12b).
•
Bij het wisselen van het referentiepunt
weerklinkt een pieptoon.
•
De standaard instelling voor het refe-
rentiepunt bij het inschakelen van de
laser is 'Achterkant' .
•
Klap voor de meting met het referen-
tiepunt 'Eindstuk' het eindstuk (afb. 3a/
pos. 3) uit.
14
14.06.2018 10:19:38
14.06.2018 10:19:38