3 Installatie
3.1.1 Uitpakken van de warmtepomp
Verwijder de kartonnen doos en de beschermende hoeken.
Maak de moeren op de bevestigingsbouten onder de transportpallet los
(met een steeksleutel van 19 mm) zodat u de ringen eruit kunt trekken.
Breng de warmtepompboiler naar de plaats waar hij moet staan met de
pallet en verwijder deze, na het verwijderen van de moeren van de
pallet. Met behulp van de transporthendel is dit eenvoudig te hanteren.
Bevestig nu de drie poten aan de bout en lijn het systeem uit zoals
hieronder wordt beschreven. Verwijder de transporthendel.
3.1.2 Bepalen van de locatie
De warmtepompboiler moet indien mogelijk dichtbij de tapwater leiding
worden geplaatst. Als gevolg hiervan worden warmteverliezen laag
gehouden. De ondergrond moet waterpas en stabiel zijn (hij moet het
gewicht van de gevulde warmtepompboiler tot maximaal ongeveer 600
kg permanent dragen).
Kleine oneffenheden in de vloer kunnen uitgebalanceerd worden met
behulp van de in de hoogte verstelbare poten. Moet de warmtepomp-
boiler tijdens de nacht werken (i.v.m. laagtarief stroom), zet de
warmtepompboiler dan niet dichtbij slaapkamers. De warmtepompboiler
werkt relatief stil, maar toch zou u zich aan het geluid kunnen storen. De
warmtepompboiler moet dusdanig worden geïnstalleerd, dat het
gemakkelijk toegankelijk is. Alle schade veroorzaakt door onvoldoende
toegankelijkheid (onmogelijke bediening, onderhoud en reparatie) vallen
onder de verantwoordelijkheid van de installateur en worden niet gedekt
door de fabrieksgarantie.
De warmtepompboiler moet op een zodanige manier worden
geïnstalleerd dat een vrije afvoer van condens en water uit het
veiligheidsslot wordt gewaarborgd. Bij installatie op een zolder of in
ruimtes met gevoelige vloerbedekkingen (parket, inbouwkast, enz.)
Montage van aanpasbare voetjes.
Moeten passende beschermende maatregelen (bijv. Vloermatten)
worden voorzien.
12