Warmtepomp Loria 6000
5 2 2
Omgevingssensor
" Dynamisch radiatoren of ventilo-convectoren
Als de installatie is uitgerust met dynamisch radiatoren
of ventilator-convectoren, geen omgevingssensor
gebruiken
" Radiatoren en vloerverwarming
Raadpleeg de installatie-instructies op de verpakking
van de sensor.
De sensor moet in de ruimte worden geïnstalleerd op
ongeveer 1.5 m boven de vloer, op een voldoende
ontruimde wand. Het moet zo worden geïnstalleerd
dat deze gemakkelijk toegankelijk is. Vermijd directe
warmtebronnen (open haard, TV, kookplaten, zon) en
tochtige plaatsen (ventilatie, deuren).
De lekken in de luchtdichtheid van gebouwen
resulteren vaak in een koude luchtstroom die komt uit
de elektrische leidingen. Sluit de elektrische leidingen
af als er een koude tocht op de achterkant van de
omgevingssensor valt.
Sluit de omgevingssensor 1 aan
Sluit de omgevingssensor 2 aan
5 2 3
Telefoonmodem (optioneel)
Verbind de uitgang van de bediening via telefoon aan
op de modemklemmen (zie
De bediening via telefoon laat de omschakeling toe van
de huidige modus:
Gebruik
Huidige modus
PROG
Verwarming
ECO
OFF
PROG
Koeling
ECO
PROG
SWW
ECO
Handleiding voor installatie- 1633 - NL
(Figuur
36).
(Figuur
36).
Figuur
36).
Omschakeling
OFF
OFF
Figuur 38 - Positie van de omgevingssensor.
1 . 2 m
- 37 -