Warmtepomp Loria 6000
5 2
Elektrische verbindingen (laag spanning)
De volgende beschreven elementen zijn de systemen
Zeer lage spanning voor veiligheid. Het is nodig de
reglementeringen te respecteren.
Respecteer de veiligheidsafstanden tussen de laag
Débitmètre
Appoint
chauffage
1
Sonde de
Figuur 35 - Kabeldoorgang laag spannig
condensation
5 2 1
Buitensensor
De buitenvoeler is nodig voor een goede werking van
de warmtepomp.
Plaats de sensor op de koudste gevel, over het algemeen
de noordelijke of noordwestelijke. Deze mag in geen
geval worden blootgesteld aan de ochtendzon. Deze
CN18
moet zo worden geïnstalleerd dat deze gemakkelijk is te
bereiken, maar ten minste 2.5 m boven de grond. Het is
noodzakelijk om warmtebronnen zoals open schouwen
te vermijden, evenals de bovenzijde van deuren en
ramen, de nabijheid van afzuigmonden, de onderkant
van balkons en dakranden, die de sensor isoleren van
temperatuurschommelingen in de buitenlucht.
- Sluit de buitensensor aan
- 36 -
Commande
Retour
Départ
1
1
2
3
3
2
1
Kabeldoorgang
(sensoren)
38
39
40
3 2 1
CN21
(Figuur
36).
2
1
4
3
CN1
spannig - en 230V-kabels (vermogen).
Zorg ervoor dat alle elektrische bedrading zich in de
voorziene ruimten bevinden
Pompe condenseur
SWW
Sensor
Alimentation
1
2
3
sensor*
Zone 2*
Figuur 36 - Het aansluiten van de warmtepompregelaar
37
36
35
121110 9 8 7 6 5 4 3 2 1
X2
X9
1
2
3
4
X8
5
6
40
7
39
8
38
9
(aanbeveling deze onbeschermd op te stellen)
X10
7
54
1
2
3
6
1
4
5
(Figuur 35)
* Verplicht flexibele draad.
Buitensensor
Omgevingssensor:
2
2
Z2
Z2
Z1
(accessoires en opties)
34
33
32
31
30
29
28
8 7 6 5 4 3 2 1
X1
X4
H
Figuur 37 - Buitensensor
Y8
Y6
4
5
6
7
8
1
2
3
4
Handleiding voor installatie- 1633 - NL
Circuit
Circuit mélangé
1
B
A
AB
Modem*
L
N L
Klemmen-
bord
sensoren
73
72
27
H = 2,50 m
(min.)
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
X7
X3
Y3
Y2
5
6
1
2
3
4
1
2
3
N
24
2
Y1
1