Beheertoepassingen
Apparaatbeheer
Deze functie is afhankelijk van het
netwerk en is mogelijk niet beschikbaar
bij uw serviceprovider. Als
Apparaatbeheer beschikbaar is, kan uw
serviceprovider u helpen bij de
apparaatconfiguratie. Voordat u een
configuratiesessie start, moet u een
serverprofiel definiëren.
Een serverprofiel definiëren
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → App.beh..
2. Druk op <Opties> → Nieuw
serverprofiel.
3. Stel de volgende serveropties in
volgens de instructies van uw
serviceprovider.
• Servernaam: hier geeft u de server
een naam
86
• Server-ID: hier stelt u de ID in van
de externe server
• Serverwachtwoord: hier stelt u het
wachtwoord in dat moet worden
gebruikt door Apparaatbeheer om
uw apparaat te synchroniseren
• Toegangspunt: hier stelt u een
toegangspunt in
• Hostadres: hier stelt u het
webadres van de hostserver in
• Poort: hier stelt u de poort in die
Apparaatbeheer moet gebruiken
] →
• Gebruikersnaam: hier stelt u een
gebruikersnaam in voor dit profiel
• Wachtwoord: hier stelt u een
gebruikerswachtwoord in voor dit
profiel
• Config. toestaan: hier kunt u
instellen dat de server uw apparaat
mag configureren