Na het kiezen van een bandnummer voor het doorzoeken voert u uw eigen boven- en
ondergrens voor de bereiken in:
Voer de onderste frequentie in via het toetsenbord 0-9 en het decimale punt /Clr.
Druk op E ter bevestiging.
Voer de bovenste frequentie in via het toetsenbord 0-9 en het decimale punt /Clr.
Druk op E ter bevestiging.
Opmerking:
Naar wens kan de scanvertraging ook bij het frequenties doorzoeken bijgeschakeld,
maar dit wordt meestal niet toegepast.
Scannen stoppen en stapsgewijs zoeken
Voor het stoppen drukt u op Hold. Op het display verschijnt Hold.
Zoals reeds beschreven verandert u met Func + ▼ of Func + ▲ de richting. Daarbij
kunt u door kort aantippen de frequentie telkens om een stap naar boven of onderen
veranderen.
Als de toets ▲ of ▼ langer dan 1 sec. wordt ingedrukt, activeert u een snelle
doorloop.
Om het scannen te hervatten drukt u op Func + Src of Hold. De scanrichting wordt
dan op het display aangegeven.
Frequenties voor het scannen uitsluiten
In de meeste ontvangstgebieden bevinden zich frequenties die niet gewenst zijn en waarop
de scanner steeds weer stopt.
Daarom kunnen 50 van deze frequenties gemarkeerd worden om deze uit te sluiten bij het
scannen.
Opmerking: Deze frequenties worden dan na het eenmaal markeren bij alle zoekfuncties
overgeslagen.
Om een ongewenste frequentie uit te sluiten, drukt u, nadat de scanner op deze
frequentie gestopt is, op Func en vervolgens L/O. De scanner slaat deze frequentie
op als "Locked-Out (= L/O)", dus voor de scanprocedures uitgesloten, totdat deze
evt. later opnieuw geactiveerd wordt.
Om later een geblokkeerde frequentie opnieuw te activeren, moet de scanner eerst op een
frequentie stoppen, die in de buurt van de uitgesloten frequentie ligt.
Stop het scannen met Hold.
Met de toetsen Func + ▲ of Func + ▼ kunt u nu de uitgesloten frequentie benaderen tot
op het display de aanduiding L/O verschijnt.
Druk op Func + L/O, L/O verdwijnt en de frequentie is niet meer geblokkeerd.
19