• Houd de toets "SET" (4) ingedrukt tot de tijdsweergave van het vorstalarm gaat knipperen.
• Kies met de toets "8" (5) of "2" (6) de tijd voor het vorstalarm. U kunt kiezen uit 15, 30, 45,
60, 75 of 90 minuten.
• Druk kort op de toets "SET" (4) om de instelling te bewaren en de instelmodus
te verlaten.
Om het vorstalarm te kunnen activeren, moet de alarmfunctie "W-ALM" of "S-ALM"
worden ingeschakeld.
Anders kan er geen vorstalarm plaatsvinden, omdat dit altijd op één bepaald tijdstip
voor het 'normale' alarmsignaal wordt geactiveerd als de temperatuur bij de
buitensensor (alleen kanaal 1) onder 0 °C ligt.
Alarmsignaal beëindigen
Als het alarmsignaal op de ingestelde tijd klinkt, knippert het overeenkomstige symbool voor het
alarm.
Beëindig het alarmsignaal door kort op de toets "8" (5) of de toets "2" (6) te drukken.
Als u het alarmsignaal niet handmatig onderbreekt, wordt dit na 2 minuten
automatisch beëindigd.
Let erop dat het alarm "
automatisch uitgeschakeld ("OFF").
Het alarm " " wordt enkel door de week van maandag tot en met vrijdag geactiveerd.
o) Trendweergave
Rechts naast de temperatuurwaarden en luchtvochtigheidswaarden geven pijlen de trends van
de meetwaarden aan:
Stijgend
" slechts eenmaal wordt geactiveerd. Daarna wordt dit
Gelijk
Dalend
29