c) Zoeken naar de buitensensor
Zoek na het wisselen van de batterijen van de buitensensor of bij ontvangststoringen
handmatig naar het radiosignaal van de beschikbare buitensensoren (één buitensensor wordt
standaard meegeleverd, maximaal twee kunnen er nog worden bijbesteld).
Houd daarvoor de toets "2" (6) ongeveer 3 seconden lang ingedrukt, tot het ontvangstsymbool
(J) voor de buitensensor knippert. Het weerstation zoekt nu naar de beschikbare buitensensor.
Dit kan enkele minuten duren.
Let erop dat het weerstation en de buitensensor gedurende deze tijd niet worden
bewogen. Druk niet op een toets op het weerstation.
Als er geen buitensensor wordt gevonden, controleert u de batterijen van de sensor. Als u de
buitensensor op een andere locatie plaatst, verkleint u de afstand tussen het basisstation en
de buitensensor.
Symbool knippert: zoeken naar sensor
Signaal van de buitensensor wordt goed herkend
Meer dan 1 uur lang geen signaalontvangst
d) Ontvangsttest voor het "METEOTIME"-signaal
Omdat de DCF-ontvanger in het weerstation in tegenstelling tot conventionele DCF-gestuurde
klokken of weerstations 24 uur per dag actief is, is een ontvangsttest en een overeenkomstige
weergave zeer eenvoudig.
Druk kort op de toets "TESTP" (3) om de ontvangsttest te starten. Rechtsonder in het display
wordt een overeenkomstige melding over het starten van de ontvangsttests weergegeven. Het
"METEOTIME"-symbool (rechts naast het ontvangstsymbool (J) voor de buitensensor) knippert
en geeft de kwaliteit van het signaal weer:
= prima ontvangst
= geen ontvangst
Daarnaast geeft een getal in het display rechtsonder de ontvangstkwaliteit aan (0 = slecht, 9 =
optimaal).
Na een minuut wordt de ontvangsttest automatisch beëindigd; eventueel kunt u nogmaals kort
op de toets "TESTP" (3) drukken om de ontvangsttest voortijdig af te breken.
20