ALGEMENE INFORMATIE
Algemeen
Dit is de montage-instructie voor de op de voorzijde aangegeven uitblaasbox. Lees deze instructies goed door voor de
installatie en ingebruikname van de uitblaasbox. Het is aan te bevelen om de installatie uitsluitend te laten uitvoeren door
één of meerdere bevoegde personen.
Neem de uitblaasbox zorgvuldig uit de verpakking.
Belangrijk voordat u gaat monteren
Vanaf pagina 2 van deze montage-instructie vindt u de montage-tekeningen. Voordat u gaat monteren, neem de volgende
montage-tips in acht:
• Voor het eenvoudiger monteren van de uitblaasbox wordt aangeraden dit met minimaal 2 personen uit te voeren.
• Controleer aan de hand van de tekening op pagina 2 of alle montagematerialen meegeleverd zijn.
INSTALLATIE
Volg de montage tekeningen op pagina 2.
1
Voorzie een inbouwopening in de wand of het plafond met volgende afmetingen:
D1 x D2 = 487 x 255mm
Voorzie voldoende inbouwruimte: de minimale inbouwdiepte = 295mm
Stel de afstand 'A' tussen de klemveren af vooraleer de recirculatiebox in te bouwen:
A = Dikte inbouwpaneel + 5mm (zie eveneens fig. 5)
2
Stel de afstand van de klemveer af, indien nodig: druk tegelijkertijd met beide handen het uitblaasrooster +/- 2 mm
in tot u een 'click' hoort om de filterunit te openen. Stel met behulp van een schroevendraaier de gewenste afstand
van de klemveren af
3
Druk de recirculatiebox bij de randen in de opening. BELANGRIJK: Druk niet op het uitblaasrooster, dit om
beschadiging te vermijden!! Open het uitblaasrooster opnieuw en draai de klemveren handmatig aan met behulp van
een schroevendraaier
4
Breng de toevoerbuis 'B' door de uitlaatopening. Verbindt de toevoerbuis aan het hoekaansluitstuk 'A' met behulp
van een spanband 'C'. Het hoekaansluitstuk kan desgewenst in 3 verschillende richtingen worden gemonteerd
BELANGRIJK:
Gebruik bij voorkeur een 'geïsoleerde' toevoerbuis Ø150mm
Maximum lengte van de toevoerbuis: 10m
Vermijd zoveel mogelijk bochten in de toevoerbuis
Maak enkel en indien nodig 'wijde bochten'
Wanneer de recirculatiebox wordt ingebouwd in hetzelfde vlak van een inbouwdampkap, met uitblaas in dezelfde
richting moet de tussenafstand minimum 1,5m bedragen
5
Fixeer het hoekaansluitstuk met de meegeleverde schroeven (6x)
6
Plaats de filterhouder in de mantelopening en zet vast met de meegeleverde schroeven (6x)
7
Plaats het monoblock recirculatiefilter in de filterhouder
8
Sluit het uitblaasrooster: druk het rooster langs beide zijden in de sluiting tot u een 'click' hoort.
9
FILTER VERWIJDEREN
BELANGRIJK: Verwijder het filter nooit door aan de textielbekleding te trekken !
10
DEMONTEREN VAN HET UITBLAASROOSTER
Indien nodig kan het uitblaasrooster worden gedemonteerd
- Om de hoekaansluiting beter bereikbaar te maken
- Om de binnenzijde van de filterunit te kunnen reinigen
- Om het uitblaasrooster schoon te maken
- ...
Open het uitblaasrooster (zie fig. 3)
Deblokkeer het scharnierasje door met een tandenstoker in de vrijgekomen opening te drukken. Neem het rooster
met beide handen uit de koolfilterunit. Om terug te plaatsen volstaat het om de scharnierasjes terug in de voorziene
openingen te clipsen.
NL 3